Aandachtspunten overleg 2008-12-17

Aandachtspunten uit de overlegvergadering van de Universiteitsraad van 17 december 2008


Ontwerpbegroting 2009

De Universiteitsraad,

gezien:

De nota Ontwerpbegroting 2009 (UR 08 – 378/378a)

De begroting Technische Geneeskunde 2009

De begroting BMTI 2009

De vragen van de UR en de antwoorden van het college. De nadere schriftelijke vragen van de commissie FVA d.d. 12 december 2009 en de antwoorden van het CVB

gehoord:

De discussie in de FVA - commissievergaderingen op 3 en 10 december 2008

overwegende dat:

De begroting het instrument bij uitstek is voor het concretiseren van meerjarig beleid in beleidsdoelen voor het betreffende jaar, door concrete plannen en de daarvoor benodigde financiële middelen in zowel het centrale als het decentrale begrotingsplan op te nemen.

Het algemeen deel van de ontwerpbegroting 2009 een duidelijker overzicht van de beleidsvoornemens laat zien dan voorheen.

Een koppeling tussen beleidsdoelen en budgetten echter nog ontbreekt.

Evenals in de eerder begroting 2008 niet alle richtlijnen van de kadernota daadwerkelijk door eenheden zijn ingevuld.

De begroting meer inzicht dient te bieden in het incidentele (TCO) dan wel structurele karakter van het begrote resultaat.

Inzicht verschaft dient te worden in de inhoudelijke voortgang van de EMB-operatie en de financiële realisatie van de bezuinigingen, waarbij tevens inzicht verschaft wordt in ontwikkelingen binnen de facultaire ondersteuning.

De advisering door de decentrale medezeggenschap zoals opgenomen in de kadernota voor de maand september in januari evenals in 2008 (nog) niet bij alle decentrale eenheden heeft plaatsgevonden.

Er sprake is van een ongelijke behandeling in de respectievelijke dienstraden bij de advisering van de betreffende deelbegroting.

De risico’s van externe ontwikkelingen rond de financiële crisis nog onvoldoende zijn te duiden maar wel nauwlettend door het college gevolgd worden.

gehoord de toezegging van het college:

1.De koppelingen tussen beleidsvoornemens en de daarvoor benodigde budgetten van toekomstige UT - begrotingen op enigerlei manier beter zichtbaar te maken.

2.Zich nader te beraden over de voortgang van en omgang met de huidige systematiek van TCO’s omdat er toch ook een structureel element in zit.

3.Dat er vanaf 2010 sprake zal zijn van een “In Control Statement” en een resultaatanalyse onderdeel zal zijn van de Begroting 2010 waarin o.a. het incidentele dan wel structurele karakter van het resultaat zal worden opgenomen.

4.Dat de tussenstand operatie EMB in mei 2009 zal worden voorgelegd aan de URaad.

5.Dat de ingezette methodiek van risicomanagement met kracht wordt vervolgd en verfijnd. Waarbij vooral aandacht wordt besteed aan de intern te beïnvloeden risico’s en de concrete maatregelen in antwoord hierop.

6.Dat het begrotingstekort 2009 en de te verwachten tekorten in de komende vier à vijf jaar een goede dekking heeft en zal hebben uit de reserves.

7.Dat gelet op meerjarenraming TNW die aanzienlijke tekorten vertoont door het college met TNW de aanpassing van het Meerjarenplan TNW wordt besproken.

8.Dat de op te stellen nota reservebeleid in mei 2009 wordt voorgelegd aan de URaad.

9.Dat het college in de Nota Kaderstelling zal benadrukken dat het proces van decentrale medezeggenschap steviger wordt verankerd in de procedure voor het opstellen en vaststellen van de deelbegrotingen. De verantwoordelijkheid voor dit proces ligt bij de decanen/wetenschappelijk directeuren/directeuren enerzijds en de decentrale medezeggenschapsorganen anderzijds.

adviseert:

1.Positief ten aanzien van de deelbegrotingen 2009 van Technische Geneeskunde en BMTI.

2.Positief ten aanzien van de Ontwerpbegroting 2009.


European Studies

De Universiteitsraad,

gezien:

- Het document Toets Nieuwe Opleiding Bachelor of Science European Studies (UR 08 – 347);

- De schriftelijke beantwoording van de door de UR gestelde vragen (UR 08 – 354);

gehoord:

- De discussie in de OOS - commissievergaderingen op 30 oktober en 3 december 2008;

overwegende dat:

- De opleiding past binnen de aanwezige kennis en onderzoek;

- De faculteit Management en Bestuur al ervaring heeft met deze opleiding;

- Het financiële risico daarmee klein is;

- Het geschikte minoraanbod in de Engelse taal nog niet optimaal is;

gehoord de toezegging van het college dat:

- taalcursussen geen verplicht onderdeel zijn van het studieprogramma;

- de formulering van taalcursussen in het studieprogramma van 0 EC en hieraan

gekoppelde eindtermen wordt aangepast, zodanig dat de opleiding geen toets dient uit te

voeren op ‘sufficient level of second major language’;

- de kosten voor deelname aan taalcursussen voor European Studies studenten

doorberekend worden aan de faculteit Management en Bestuur en niet aan de student zelf;

- studenten die naar het buitenland willen gedurende de opleiding hierin worden

gestimuleerd en gefaciliteerd in de B3 fase, met de bijbehorende communicatie hierover;

- de voorgestelde BSc opleiding naadloos past binnen Route ’14 en het daarin geschetste profiel”;

besluit:

in te stemmen met de Toets Nieuwe Opleiding BSc European Studies.


RoUTe’14

De Universiteitsraad,

gezien:

De nota Strategische Visie 2014 van 7 december 2008 met aanbiedingsbrief S&C/384.842/tm, d.d. 9 december 2008. (UR 08 – 402/402a);

De brief met het antwoord op de vraag naar verdere consultatie van de faculteiten kenmerk S&C/384.875, d.d. 12 december 2008;

gehoord:

De discussie in de PSI - commissievergaderingen op 3 en 17 december 2008; (de data weet ik niet precies)


overwegende dat:

·

De conclusies in de nota OnderneemUT vragen om krachtige antwoorden en duidelijke keuzes, waarmee de Universiteit Twente een belangrijke speler kan blijven in het internationale onderwijs- en onderzoeksveld;


·

Onderwijs daarbij prioriteit moet krijgen en het wegzakken in de rankings snel een halt moet worden toegeroepen;


·

De nota Strategische Visie 2014 (RoUTe’14) daarbij duidelijk aangeeft in welke richting de universiteit zich dan zou moeten ontwikkelen;


·

De URaad zich kan vinden in de uitgewerkte hoofdlijnen in RoUTe’14;


·

Er bij de verdere uitwerking van RoUTe’14 nog gelegenheid is voor het uitvoeren van medezeggenschap op belangrijke punten;


·

De ontwikkeling in de richting van “schools” onze internationale herkenbaarheid kan verhogen, maar ook een zeer complexe organisatievorm kan opleveren die zeer moeilijk te besturen zal zijn;

·

Er extra aandacht moet zijn voor de kwaliteit van het onderwijs binnen de diverse “schools”, om te voorkomen dat “schools” of opleidingen en de bijbehorende diploma’s als “minder waard” worden gezien;


·

Het verroosteren van onderwijs in een tijdsblok van 12 uur er niet toe mag leiden dat er voor studenten naast hun studie geen ruimte meer is voor deelname aan het rijke verenigingsleven van deze universiteit in de vroege avonduren;


·

De nota RoUTe’14 eigenlijk in het Engels had moeten verschijnen;


·

Onze universiteit haar concurrentiepositie scherp in de gaten dient te houden en heldere keuzes moet maken op welke thema’s ze de komende jaren zal inzetten;





gehoord de toezegging van het college dat:


de in de brief van de UR (UR 08 – 411) voorgestelde tekstwijzigingen (zie bijlage) worden overgenomen in de definitieve tekst van de nota RoUTe’14; Tevens zullen termen die suggereren dat de Graduate School van hoger niveau is dan de overige “Schools” verwijderd worden (bijv. “bijspijkeren”, blz 14);

2

“Route’14” een terugkerend onderwerp op de agenda blijft. De uitwerkingen

van Route’14 onderwerpen zullen onderworpen zijn aan medezeggenschap. Een aantal concrete formele momenten zal in de verdere projectplanning genoemd worden;


in de loop van het jaar een financieel overzicht aan de raad voorgelegd zal worden met betrekking tot de plannen van RoUTe’14;


vóór de eerstvolgende werkgroepbijeenkomsten actief gezocht zal worden naar studenten die bereid zijn deel te nemen aan de werkgroepen;


voor wat betreft het “9-9 onderwijs” er geen activiteiten ondernomen zullen worden die het activisme in de weg zullen zitten. Er zullen geen massieve verplichte hoorcolleges na 18.00 uur worden verroosterd; dit geldt zowel voor het bachelor- als het masteronderwijs. Niemand zal gedwongen zijn tot het volgen van avondcolleges, er zal ook een adequaat aanbod overdag zijn. Het blijft mogelijk alle EC’s te halen tussen 8.00 uur en 18.00 uur;


besluit:


·

In te stemmen met de hoofdlijnen van de nota Strategische Visie RoUTe’14 zoals verwoord in de brief van 17 december 2008, kenmerk S&C/384.960/mg (UR 08 – 418):

Onderwijs:

• Onderscheidende kwaliteit

• Een Pre-University College

• Undergraduate onderwijs aan de top van de ranglijsten

• Schools voor Graduate onderwijs, waaronder in ieder geval een

Graduateschool

• School for Professional Learning and Development

• Summer University

Campus

• Ontwikkeling van de infrastructuur

• Uitnodigende campusprogrammering over de grenzen van kantoortijden

• Meer variatie in studentenhuisvesting

• Ontwikkeling van Kennispark, inclusief creëren nieuwe bedrijven en

arbeidplaatsen

• Uitdagende en herkenbare architectuur, landmark

HRM

• Wervend personeelsbeleid en actieve rekrutering van onderzoekstalent

• Invoering Tenure Tracks met vervroegd promotierecht

Onderzoek

• Lobby voor betere erkenning multidisciplinair onderzoek

• Professioneler werven van fondsen, vooral internationaal

• Profilering van onderzoek rond specifieke toepassingsgebieden

• Beloningsprogramma voor excellente prestaties in onderzoek

• Een nieuw internationaal onderzoeksnetwerk

Ondernemerschap

• Meer ruimte voor ondernemerschap

• Stimulerende programma’s in onderwijs en HRM



Bijlage toegezegde tekstwijzigingen:

1 blz 5: Bij “We willen in beginsel geen fulltime docenten.” Toevoegen “, zoals we in beginsel ook geen fulltime onderzoekers willen.”


2 blz 8: In de tekst aangeven dat er voldoende ruimte blijft voor de verenigingen om hun activiteiten op de vroege avonduren te laten staan.


3 blz 12: “studenten hebben minimaal 20 contacturen per week, waarvan ….” Veranderen in “het streven is om studenten tenminste 20 contacturen per week aan te bieden, waarvan …”


4 blz 14: Bij “Alle schools kunnen dus selecteren” wordt een nuance aangebracht in de vorm van:

“Alle schools hebben doorstroommasters, waarbij men recht heeft op toegang, met uitzondering van de Graduate School. Hier zal altijd sprake zijn van selectie , omdat er rekening wordt gehouden met aansluiting op een promotietraject.”


5 blz 14 2e alinea: “Onder het gegeven arbeidsrechtelijk stelsel blijven er echter ook promovendi met een aanstelling als AIO” veranderen in: “Onder het gegeven arbeidsrechtelijke stelsel zal de promovendus met een aanstelling als AIO de voorkeur hebben boven een aanstelling als promotiestudent.”


6 blz 17: Onder het kopje Tenure Tracks bij de 3e regel aan “zichzelf te bewijzen.” Toevoegen op het gebied van onderzoek en onderwijs.


7 blz 21: Onder de kop Ondernemerschap blijven de woorden “en stimulans” staan.


8 blz 23 6e alinea: “De AIO zal zijn verdwenen” veranderen in: “De AIO in zijn huidige vorm zal waarschijnlijk zijn verdwenen. De UT is er echter in geslaagd een zodanig alternatief promotiestelsel te ontwikkelen dat het zowel qua inhoud als overige voorwaarden (compensatie, salaris) aantrekkelijk is voor promovendi zowel in binnen- als buitenland.”


9 In het hele document niet meer de termen promotiestudent en PhD-student gebruiken, maar promovendus en PhD-candidate.


10 De definitieve nota in het Engels vertalen en publiceren.


Toelatingsregeling Langezijds

Het college zal binnenkort de definitieve samenwerkingsovereenkomst ter advies aan de UR voorleggen.


Schriftelijke rondvragen

Naar aanleiding van de vraag van de UR over de beschikbaarheid van OSIRIS bij de start van de Gemeenschappelijke OER, zegt het college toe dat er op het moment dat de OER start een geïmplementeerd systeem zal zijn.