11. Schriftelijke rondvraagpunten 2006-12-12

logo URaad UT

universiteitsraad

Griffie

Spiegel – kamer 500



Aan het College van Bestuur,




Uw kenmerk


Telefoon

053 - 489 2027

Ons kenmerk

UR 06-427

Fax


Datum

7 december 2006

e-mail

j.ribberink-vanmiddelkoop@utwente.nl

Betreft: Schriftelijke rondvraagpunten overlegvergadering 12 december 2006



Geacht college,



In de interne vergadering van de Universiteitsraad zijn onderstaande vragen geformuleerd. Graag ontvangt de raad in de komende overlegvergadering een reactie van u.


1. Basis Kwalificatie Onderwijs

De URaad heeft kennis genomen van de intentieverklaring Basis Kwalificatie Onderwijs (BKO). Bij het lezen van de betreffende stukken kwamen de volgende vragen naar voren:

Wat is de reden dat de Technische Universiteit Eindhoven niet deelneemt aan deze gemeenschappelijke BKO regeling?

Wat is de consequentie voor de samenwerking in 3TU (masteropleidingen) als de Technische Universiteit Eindhoven niet deelneemt aan BKO?

Betekent BKO dat er een gemeenschappelijk HRM-beleid wordt ontwikkeld ten behoeve van BKO in termen van de in de bijlagen beschreven kenmerken van de inhoud, de toetsing en het proces?

Waarom worden docenten 3 en 4 uitgezonderd?


2. Voorstel toetsing Engelse taalvaardigheid en uitvoering cursussen

De URaad heeft kennis genomen van het voorstel toetsing Engelse taalvaardigheid en uitvoering cursussen. Bij het lezen van de betreffende stukken kwam de volgende vraag naar voren:

Welke scenario keuze heeft het College gemaakt?


3. Mastervoorlichting

Op 8 december (morgen) organiseert de UT een mastervoorlichting voor HBO- en WO - ers. Doelstelling van deze voorlichtingsactie is om studenten enthousiast te maken voor het UT master onderwijs zodat ze hun vervolgopleiding bij ons zullen gaan volgen. Een sterk wervingsbeleid en adequate voorlichtingsactiviteiten dragen in die zin zeker bij aan het realiseren van onze instroomdoelstelling.

De URaad heeft echter vernomen dat de bedoelde master voorlichtingscampagne van Bureau Communicatie (BC) sterk te wensen overlaat. Intern budget is niet vrijgemaakt en externe informatievoorziening richting nationale HBO- en WO instellingen is achterwege gebleven. Faculteiten hebben ten einde raad met eigen budget op het laatste moment de schade nog zoveel mogelijk geprobeerd te beperken. Morgen zal moeten blijken in hoeverre of hen dit gelukt is.


Onze vragen aan het college luiden derhalve:

In hoeverre bepaalt BC, eigenstandig en zonder overleg met faculteiten, het wervingsbeleid, de mediaplanning en de voorlichtingsactiviteiten?

In hoeverre bepaalt BC eigenstandig de prioritering tussen bachelor en master voorlichtingsactiveiten?

In hoeverre bepaalt BC eigenstandig de budgettoekenning tussen bachelor en master voorlichtingsactiveiten?

In hoeverre bepaalt BC eigenstandig of voorgenomen activiteiten al dan niet worden uitgevoerd?

Wat is de reden dat BC voor de komende mastervoorlichting geen budget beschikbaar heeft gesteld?

Worden de faculteiten gecompenseerd voor de in deze gemaakte kosten?


4. Pilot BSA

In uw antwoorden op onze vragen betreffende de onderwijsnota heeft u aangegeven een pilot te willen starten met het bindend studieadvies (BSA) op de opleiding TCW. Hoewel wij het hier niet mee eens zijn geeft u aan dat dit kan omdat de invoering van het BSA in het Instellingsplan geregeld is. In het Instellingsplan staat echter ook dat voordat er sprake kan zijn van invoering van het BSA een richtlijn ter instemming aan de UR gepresenteerd wordt. Ook zal voordat deze richtlijn gepresenteerd kan worden eerst een gedegen evaluatie plaats moeten vinden van de in het Instellingsplan genoemde randvoorwaarden, dus goed onderwijs, goede begeleiding, goede faciliteiten zoals aan de UR is toegezegd bij instemming met het Instellingsplan. UReka is van mening dat zowel de evaluatie als de richtlijn opgesteld moeten zijn voordat er sprake kan zijn van een pilot. UReka heeft daarom de vraag:

Wanneer kunnen wij in de UR de bovengenoemde evaluatie en richtlijn tegemoet zien?


5. Bouwwerkzaamheden tijdens tentamens

Er zijn nogal wat klachten geweest ten aanzien van de bouwwerkzaamheden tijdens tentamens (en dan met name bij de sporthal). Dit werd als zeer storend ervaren, waardoor menig student zich niet goed kon concentreren. In het vervolg zou dit niet meer moeten gebeuren, daarom stellen wij U de volgende vraag:

Kan het college er zorg voor dragen dat in het vervolg geen storende bouwwerkzaamheden uitgevoerd worden tijdens tentamens?


6. Catering

Door het contract met Autobar mogen de afzonderlijke kantines geen koffie en toebehoren meer leveren. Als mensen hiervan niet op de hoogte zijn leidt dat tot irritatie bij klanten en frustratie bij het kantinepersoneel. Zo kunnen bezoekers van promoties, waaronder vaak ouderen, geen kopje koffie meer in de kantine kopen maar is men aangewezen op de koffieautomaat met chipknip (die ze vaak niet hebben). Verzoeken om het leveren van extra suiker, creamer of zoetjes kunnen niet meer via de kantine, maar moeten rechtstreeks aan Autobar gericht worden. De kantine moet het aantal beschikbare (koffie)mokken sterk verminderen en kan de buffervoorraad die sommige diensteenheden gebruiken niet meer in stand houden.

De vraag is nu of er wel voldoende aandacht is besteed aan het feit dat de kantines bepaalde producten niet meer mogen leveren en dat men daarvoor bij Autobar moet zijn.


Met vriendelijke groet,

namens de Universiteitsraad,



ir. T.M.J. Meijer

voorzitter