9. Brief UR reactie op HRM besluit

logo URaad UT

universiteitsraad

Griffie

Spiegel – kamer 500



Aan het College van Bestuur,




Uw kenmerk


Telefoon

053 - 489 2027

Ons kenmerk

UR 06-407

Fax


Datum

5 december 2006

e-mail

j.ribberink-vanmiddelkoop@utwente.nl

Betreft: Collegebesluit over Nota focus in HRM van 7 november 2006



Geacht college,


Met verwondering hebben wij kennis genomen van uw besluit in de vergadering van 7 november 2006 over de Nota focus in HRM. U hebt ons deze nota aangeboden ter instemming, maar die hebben wij nooit verleend. Als reactie op het onthouden van onze instemming hebt u de nota teruggetrokken. Formeel wil dat zeggen dat de nota niet ter besluitvorming bij de UR is geweest en u dus ook niet kunt verwijzen naar het wel of niet instemmen van onze kant. Als logisch gevolg daarvan kunt u ook niet verwijzen naar voorwaarden die daarbij zouden zijn gesteld. We zijn dan ook van mening dat met de huidige formulering geen sprake kan zijn van een geldig collegebesluit.

In de brief waarin u ons mededeelt dat u de Nota focus in HRM terugtrekt, kondigt u ook aan dat vanaf dat moment de discussie tussen het college en de Universiteitsraad over HRM-beleid nog slechts op minimale, wettelijk voorgeschreven wijze zal plaatsvinden. Wij hebben als reactie daarop aangegeven dat dat niet de bedoeling kan zijn omdat we ons beiden willen inzetten voor HRM-beleid dat past bij de ambitieuze doelstelling van onze universiteit, zoals verwoord in het Instellingsplan 2005 -2010 en ook in de Bestuurlijke Agenda 2006 – 2007. We hebben aangeboden om in een brief duidelijk te maken wat wij verwachten op het gebied van personeelsbeleid en waarover de discussie zou kunnen gaan. Aan die brief wordt op dit moment gewerkt.

Als laatste willen we nog eens opmerken dat het niet de bedoeling van de UR is om op welke wijze dan ook het proces van ontwikkelen van beleid en de daarbij passende instrumenten te frustreren of te stoppen. Dat proces moet volgens ons altijd doorgaan, maar dan wel gevolgd door of vergezeld van juiste formele besluitvorming op dit beleidsterrein.

Wij hopen dat we na het beschikbaar stellen van de aangekondigde brief weer met elkaar over de inhoud van het HRM-beleid van UT kunnen discussiëren, zonder dat de gemoederen steeds weer verhit raken als gevolg van onenigheid over procedurele kwesties.





Met vriendelijke groet,

namens de Universiteitsraad,




ir. T.M.J. Meijer

voorzitter