9. Voortgang 3TU proces

logo URaad UT

universiteitsraad

Griffie

Spiegel – kamer 500



Aan het College van Bestuur,




Uw kenmerk


Telefoon

053 - 489 2027

Ons kenmerk

UR 06-315

Fax


Datum

4 oktober 2006

e-mail

j.ribberink-vanmiddelkoop@utwente.nl

Betreft: Concept Statuten Stichting Federatie 3 TU



Geacht college,



Vooruitlopend op uw definitieve adviesvraag ten aanzien van de Concept Statuten Stichting Federatie 3TU, heeft de Universiteitsraad in zijn interne vergadering van 26 september 2006 onderstaande vragen geformuleerd. In de overlegvergadering van 3 oktober jl. is vervolgens afgesproken dat deze vragen schriftelijk door u beantwoord worden en desgewenst in commissieverband besproken zullen worden. Een algemene vraag vanuit de UR is waarom (blijkbaar) gekozen is voor een tweede stichting naast de reeds bestaande Stichting Financieel Beheer Federatie i.o. 3TU. Is één stichting voor samenwerking en financiën niet efficiënter en transparanter?


Vragen vanuit UR-UT bij de conceptstatuten Federatie 3TU.


Begeleidende brief:

Het is wellicht een goed idee om rekening te houden met de vervroegde verkiezingen voor de oprichting van de federatie. Neemt u dezelfde overweging in acht met betrekking tot de subsidievoorwaarden voor de M€ 50 voor de Centers of Excellence?


Concept-statuten stichting Federatie 3TU

Artikel 3.2: De eigen identiteit van elk van de 3TU’s: als dit een van de doelstellingen is, dient dan niet ergens in het statuut, dan wel in een ander stuk met een verwijzing in het statuut, een beschrijving van het begrip eigen identiteit te komen? Wij zien hier een mogelijk dilemma tussen de doelstellingen “behoud eigen identiteit” en “samenwerken op het gebied van onderwijs en onderzoek”. Samenwerking kan immers het inleveren op eigen identiteit impliceren. Is het 3TU-bestuur dezelfde mening toegedaan?

Artikel 7.2: is het vaststellen van het meerjarenplan en het jaarplan van de stichting een voorgenomen besluit als bedoeld in 7.1?

Artikel 10: In hoeverre zijn de stukken (agenda, besluiten, verslagen zoals genoemd in 10.12 en 10.13) van de vergaderingen van het dagelijks en algemeen bestuur openbaar? Kunnen de medezeggenschapsraden van de 3TU’s de beschikking krijgen over deze stukken?

Artikel 14.5: geldt ook voor de UT dat de decaan in het bestuur van het CoC komt en niet de betreffende wetenschappelijke directeur van het onderzoekinstituut en wat is daarvoor de argumentatie?

Artikel 14.10: hoe verhoudt het “vaststellen van de leerstoelenstrategie” zich tot de bevoegdheid van de decaan (en de medezeggenschap) ten aanzien van de strategie en het

leerstoelenplan van de faculteit? Als er geen bevoegdheden overgedragen worden aan de 3TU-federatie, dan geldt dit ook ten aanzien van de centers en de betrokken faculteiten.

Artikelen 7.2 en 16: Is een koppeling van jaarplan (van de federatie) en de jaarlijkse begroting (van de stichting financieel beheer) niet wenselijk? Idem voor de jaarverslagen.



Voorstel bij het bestuursreglement Federatie 3TU’s.

Omdat de CvB’s overeenkomen aan te dringen bij de centrale medezeggenschapsorganen om tot eenduidige standpunten te komen, lijkt het niet meer dan logisch om de vertegenwoordiging van de centrale medezeggenschapsorganen van de instellingen (3TU.M) hiertoe een aantal middelen ter beschikking te stellen:

De agenda’s en besluiten van de vergaderingen van het Dagelijks Bestuur en het Algemeen Bestuur worden opgestuurd naar 3TU.M.

De stukken, die bij de vergadering van het DB met 3TU.M zullen worden besproken, worden tijdig aangeleverd, zodat 3TU.M de mogelijkheid heeft hierover te overleggen en er een eenduidige (voorlopig) standpunt geformuleerd kan worden ten behoeve van de besluitvorming in de afzonderlijke universiteiten.




Met vriendelijke groet,

namens de Universiteitsraad,




ir. T.M.J. Meijer

voorzitter