Voortgang 3TU proces Bestuursreglement 3TU

Concept d.d. 13 september 2006

BESTEMD VOOR DISCUSSIEDOELEINDEN



BESTUURSREGLEMENT STICHTING 3TU Federatie Samenwerkende Technische Universiteiten

Nadere bepalingen bij de Statuten van de Stichting




Artikel 1

Het Dagelijks Bestuur


1.1. Het Dagelijks Bestuur heeft als belangrijkste taak de organisatie van de samenwerking tussen de Technische Universiteiten en de regie over de in gang gezette processen d.m.v. in ieder geval:


* het bepalen van de doelen en randvoorwaarden waarbinnen het proces van afstemming,
focussering en prioritering plaatsvindt;


* het goedkeuren van de jaarplannen en jaarverslagen van de 3TU Graduate School, het 3TU
Institute of Science and Technology, het 3TU Innovation Lab en het Bedrijfsvoering-overleg;

* het voorzitterschap van de bestuurscommissies kan rouleren. Het Dagelijks Bestuur bepaalt, rekening houdend met een evenredige verdeling van de voorzitterschappen over de instellingen welke portefeuillehouder optreedt als voorzitter van elk der bestuurscommissies;


* het nemen van voorgenomen besluiten over de onderwerpen die ter finale besluitvorming worden voorgelegd aan de resp. Colleges van Bestuur, al of niet in een gezamenlijke
vergadering van de drie Colleges; de Colleges van Bestuur kunnen hiervan alleen om zwaarwegende redenen, gemotiveerd, afwijken. Als zwaarwegende reden kan de visie
van een medezeggenschapsorgaan als bedoeld in artikel 3 onder 2 gelden, indien daaruit
blijkt van zwaarwegende redenen om het voorgenomen besluit af te wijzen;


1.2. Besluiten kunnen in het Dagelijks Bestuur alleen worden genomen indien alledrie de TU’s
vertegenwoordigd zijn. Besluiten worden met unanimiteit genomen.

1.3. Wanneer het Dagelijks Bestuur er niet in slaagt over een majeur onderwerp tot een eensgezind standpunt of besluit te komen, verplicht zij zich om binnen drie maanden een terzake competente en onpartijdig persoon te vragen als bemiddelaar voor dat concrete probleem op te treden.


1.4. De bemiddelaar brengt een advies uit aan het Dagelijks Bestuur.


1.5. Wanneer het Dagelijks Bestuur er op basis van dit advies nog niet uitkomt, legt zij de
kwestie, inclusief het advies van de bemiddelaar, voor aan de voorzitters van de Raden van
Toezicht van de drie TU’s.


1.6. Over het advies van de bemiddelaar spreekt het Dagelijks Bestuur opiniërend met de
vertegenwoordiging van de centrale medezeggenschapsorganen van de resp. instellingen. Het
verslag van deze bespreking wordt gevoegd bij de stukken voor de voorzitters van de Raden
van Toezicht.


1.7.De voorzitters van de Raden van Toezicht delen vervolgens hun gezamenlijk standpunt over de kwestie mee aan het Dagelijks Bestuur/ de CVB- voorzitters. De leden van het Dagelijks Bestuur zullen dit standpunt als voorzitters van de resp. Colleges van Bestuur als een voor hen persoonlijk bindende uitspraak aanvaarden.


1.8. De CvB-voorzitters verplichten zich hiermee om zich in te zetten om het advies vervolgens als voorgenomen besluit volgens de geldende procedures, inclusief eventuele beroepsprocedures, in hun eigen instelling (CvB, RvT, Medezeggenschapsraad) door te voeren.

l

1.9.Indien de voorzitters van de Raden van Toezicht niet tot een eensluidend standpunt komen
wordt er geen besluit genomen.


Artikel 2

Het Algemeen bestuur/het overleg van de drie Colleges van Bestuur.


2.1. Het voorzitterschap van het Algemeen bestuur wordt vervuld door de voorzitter van het DB. Het secretariaat is gekoppeld aan het voorzitterschap.


2.2.Het Algemeen Bestuur kan geen besluiten nemen behalve die, welke in artikel 7.2, van de statuten zijn genoemd. De in artikel 15.2 , 17.1,18.1 en 19 genoemde besluiten behoeven de goedkeuring van ieder van de Colleges van Bestuur.

2.3.De Colleges van Bestuur voeren periodiek gezamenlijk overleg en hebben in ieder geval tot taak:
- Te besluiten over de onderwerpen die door het Dagelijks Bestuur worden voorgelegd. Besluiten kunnen in dit overleg alleen worden genomen indien van alledrie de Colleges tenminste twee leden aanwezig zijn. Besluiten worden met unanimiteit genomen. De besluiten worden vervolgens bevestigd volgens de geldende procedures binnen de aangesloten instellingen.

- Horizontaal af te stemmen tussen 3TU Graduate School, 3TU Institute of Science and
Technology, 3TU Innovation Lab en 3TU Bedrijfsvoerings-overleg, een maal per jaar het afgelopen jaar te evalueren, mede aan de hand van de jaarverslagen van 3TU Graduate School, 3TU Institute of Science and Technology, 3TU Innovation Lab en 3TU Bedrijfsvoeringsoverleg, en, aan de hand van de jaarplannen van 3TU Graduate School, 3TU Institute of Science and Technology, 3 TU Innovation Lab en 3TU Bedrijfsvoeringsoverleg, de voortgang te bespreken.

Artikel 3

Invulling van de medezeggenschapsfunctie


3.1.De medezeggenschap zal volgens de per instelling gebruikelijke wijze verlopen.


3.2.De door het Dagelijks Bestuur genomen voorgenomen besluiten worden voorgelegd aan de centrale medezeggenschapsorganen van de instellingen, die hierop kunnen reageren. Een dergelijke reactie dient binnen 6 weken ontvangen te zijn, tenzij in onderling overleg een andere termijn werd overeengekomen. In dit stadium wordt nog geen formeel advies of formele instemming gevraagd.


3.3.De CvB’s dragen er zorg voor dat voorgenomen besluiten die betrekking hebben op de samenwerking tussen de drie TU’s en die voor advies c.q. instemming worden voorgelegd, inhoudelijk identiek zijn.


3.4.Zo vaak als nodig, maar minimaal eenmaal per kwartaal vergadert het Dagelijks Bestuur met een vertegenwoordiging van de centrale medezeggenschapsorganen van de resp. instellingen. De CvB’s komen overeen om bij hun medezeggenschapsorganen er op aan te dringen om te komen tot eensluidende standpunten (advies c.q. instemming).


3.5. Voorgenomen wijzigingen van Statuten, Bestuursreglement en een nader op te stellen Code of Conduct, alsmede voorgenomen wijzigingen daarvan worden voor advies voorgelegd aan de medezeggenschaporganen van de aangesloten instellingen.


Artikel 4.

Betrokkenheid van de Raden van Toezicht


4.1. De Raden van Toezicht zullen volgens de per instelling gebruikelijke wijze betrokken worden bij aangelegenheden die de samenwerking tussen de drie TU’s betreffen.


4.2. De CvB’s dragen er zorg voor dat besluiten die betrekking hebben op de samenwerking
tussen de drie TU’s en die voor goedkeuring c.q. instemming worden voorgelegd inhoudelijk
identiek zijn.


4.3. De CvB’s komen overeen dat zij zich zullen inspannen het akkoord (goedkeuring c.q.
instemming) te verkrijgen van hun resp. Raden van Toezicht op hun gezamenlijke besluiten.


4.4. Het Dagelijks Bestuur bespreekt de gang van zaken in de Federatie van Technische Universiteiten met de voorzitters van de Raden van Toezicht tenminste eenmaal per jaar en voorts wanneer de situatie daartoe aanleiding geeft.


Artikel 5.

Harmonisering/afstemming van regelingen en beleidsuitgangspunten.


5.1.De drie TU’s harmoniseren zoveel als mogelijk is de regelingen op het gebied van onderwijs, onderzoek en kennisvalorisatie.


5.2.Het Dagelijks Bestuur bepaalt welke regelingen na harmonisatie het predikaat 3TU-regeling krijgen; hiervan wordt een register bijgehouden.


5.3.Benoemingen van hoogleraren op een terrein waarop samengewerkt wordt, worden aan het Voorzittersoverleg gemeld.


5.4.In hun contacten met externe instanties stemmen de drie TU’s zoveel mogelijk hun beleidsuitgangspunten c.q. standpunten op elkaar af.



Artikel 6.

Gezamenlijke accreditatie en visitaties


6.1.De drie TU’s zullen maximaal samenwerken bij het proces van accreditatie van hun opleidingen.


6.2.De drie TU’s zullen hun gelijksoortige opleidingen gezamenlijk laten visiteren volgens een zelfde protocol.


6.3.De drie TU’s zullen hun gelijksoortige onderzoeksdisciplines gezamenlijk laten visiteren volgens een zelfde protocol. Hiertoe worden de volgende afspraken gemaakt:
* het Dagelijks Bestuur formuleert de extra vragen die aan de visitatiecommissie worden voorgelegd;
* er wordt tenminste één vraag gesteld over de macrodoelmatigheid m.b.t. het onderwijs resp. het onderzoek en één vraag over hoe om te gaan met kennisvalorisatie m.b.t. het onderwijs resp. het onderzoek;
* het advies van de commissie over macrodoelmatige verdeling van onderwijs c.q. onderzoek wordt als zwaarwegend beschouwd, m.a.w. de CvB’s kunnen er alleen gemotiveerd van afwijken;
* bij een onderzoeksvisitatie zullen de scores van de gevisiteerde groepen een belangrijke rol spelen bij besluiten over een macrodoelmatige verdeling van het zwaartepuntonderzoek over de drie TU’s.

Artikel 7.

Nieuwe opleidingen

7.1. Wanneer een TU wil beginnen met een nieuwe bacheloropleiding wordt dit gemeld aan het
Voorzittersoverleg.

7.2. Een aanvraag voor een nieuwe masteropleiding wordt, voor die wordt ingediend, voor advies voorgelegd aan het Dagelijks Bestuur; het Dagelijks Bestuur geeft dit advies niet alvorens
het kennis heeft genomen van het standpunt van het bestuur van de 3TU Graduate School.

7.3. Het CvB van de betrokken universiteit beschouwt het advies van het Dagelijks Bestuur als
zwaarwegend, m.a.w. het CvB kan er alleen gemotiveerd van afwijken.

7.4. Met een nieuwe MSc-opleiding of een MSc-track wordt niet begonnen alvorens aangetoond
kan worden dat een jaarlijkse instroom van minimaal 20 studenten verwacht wordt, tenzij
zwaarwegende argumenten doen besluiten van dit criterium af te wijken; wanneer een
bestaande MSc-opleiding of een MSc-track gedurende drie jaar jaarlijks een instroom van
minder dan 20 studenten heeft, wordt deze opleiding c.q. track gestopt, tenzij zwaarwegende
argumenten anders doen besluiten.


Artikel 8.

Onvolkomenheden


a.Bij eventuele onvolkomenheden van dit Bestuursreglement, dan wel van de Statuten en de Code verplichten partijen zich in de daarvoor noodzakelijke hoedanigheid van CvB, Algemeen bestuur of Dagelijks Bestuur tot het maken van aanvullende regels en/of afspraken. Daarbij worden de hiervoor uiteengezette procedures gehandhaafd.