UNIVERSITEITSRAAD

GRIFFIE

BBgebouw – kamer 500



Uw kenmerk


telefoon

053 489 2026

Ons kenmerk

UR 02 340

fax

053 489 2735

Datum

10 10 2002/w klomp

e-mail

b.visser@bcvb.utwente.nl


Verslag van de interne vergadering van de Universiteitsraad op dinsdag 17 september 2002



Aanwezig:

U-Raad:

KPS/Cabaal/UTemp: Becht, Brinkman, Bulter, Houweling, Meijer, Schrama (vz), Wormeester,

Van Rijn

UReka: Beeker, Berends, Hazebroek, Holkers, Huisman, Hummel

DD: Van Benthem, Wallinga-de Jonge, De Olde (tot de schorsing bij ag.pt.7c)

Griffie:

Ribberink, Klomp-Jongsma (Secretariaatsservice “PS” – verslag)


Afwezig m.k.:

Van Doorn




1.Opening en vaststelling van de agenda

Het voorlopig presidium heeft Schrama – beoogd voorzitter – verzocht de vergadering te leiden. De aanwezigen hebben daar geen bezwaar tegen.

Schrama opent met een welkom aan de aanwezigen om 13.35 uur de vergadering.


Aan de agenda worden enkele punten toegevoegd:

5c. Scholing / kennismaking.

7b. UT-strategiediscussie.

7c. Decaanbenoeming faculteit Gedragswetenschappen.


2.Mededelingen

Voorzitter: Hedenmorgen is bericht ontvangen over de benoeming van Sistermans als lid van de Raad van Toezicht. De benoeming gaat in op 1.9.2002 en duurt tot en met 30.4.2003.

De UR zal zich in januari 2003, dus ruim voor het verstrijken van de termijn, beraden of hij invloed wil uitoefenen op de invulling van deze RvT-zetel ná 30.4.2003.


3.Verslag van de interne vergadering van 20 augustus 2002 (UR-02.294)

Het verslag (dat ook is toegezonden aan de oud-UR-leden) wordt ongewijzigd vastgesteld.


4.Ingekomen/uitgegane post (UR-02.295)

Het overzicht wordt voor kennisgeving aangenomen.

Het blijkt dat de studentleden bepaalde mailcorrespondentie niet hebben ontvangen. Waarschijnlijk kunnen hun mailboxen de omvang van de attachments niet aan – Ribberink zal in dezen actie ondernemen.


Een voorstel van Meijer wordt overgenomen om te onderzoeken of alle documenten die voor de besluitvorming van de UR van belang zijn op (een afgeschermd deel van) het net geplaatst kunnen worden, zodat UR-leden ze desgewenst kunnen downloaden. Een van de studentleden zal zich samen met Ribberink hierover buigen.


5a. Verkiezing voorzitter, presidium, commissievoorzitters en overige zaken van huishoudelijke aard

Het bleek niet mogelijk ter vergadering een alomvattend voorstel voor te leggen. Namens de coalitie KPS/Cabaal/UTemp (voor het gemak hierna KCU genoemd) wordt een voorstel op schrift uitgedeeld. In reactie hierop stelt DD voor het voorzitterschap van de commissie P&S bij DD te leggen en het voorzitterschap van de commissie O&O bij UReka. Hierin kan UReka zich ook vinden.

Na een schorsing reageert Meijer namens KCU hierop als volgt: Er bestaat enige frustratie bij de fractieleden over de houding van de beide andere fracties, nu zij de verdeling nogmaals ter discussie stellen (“KCU is het gedraai van Van Benthem een beetje zat”, zo wordt gesteld). Aan de uitslag van de verkiezingen wordt zo volgens KCU geen recht gedaan, maar er moet nu aan het werk worden gegaan en daarom gaat KCU akkoord met de voorgestelde wijziging. Overigens meent KCU dat de taakverdeling ertoe zal leiden dat een zware wissel getrokken zal worden op de meer ervaren UR-leden. Er zal dan ook kritisch gekeken worden naar het functioneren van o.a. de nieuwe commissievoorzitters, net zoals overigens verwacht wordt dat kritisch naar de taakvervulling door KCU-leden gekeken wordt. Tot slot merkt Meijer nog op dat hij vreest dat deze gang van zaken niet echt een positieve uitwerking op het functioneren van de UR zal hebben.


Ten aanzien van de extra 10% aan UR-vergoeding wordt nog het volgende vastgesteld: Indien het CvB niet instemt met het behouden van die extra vergoeding, stelt van Benthem 5 % van zijn vergoeding beschikbaar.

Conclusie: Het voorstel van KCU, zoals dat ter vergadering is uitgedeeld, wordt met inachtneming van het bovenstaande overgenomen. Houweling deelt mee dat hij geen deel wil uitmaken van de commissie P&S onder voorzitterschap van Van Benthem, en daarom wil overstappen naar de commissie F&V.

Afgesproken wordt dat de definitieve afspraken, inclusief de samenstelling van de commissies, op schrift gesteld zullen worden.


Vervolgens richt Schrama het woord tot Meijer, die als gevolg van dit besluit niet meer de functie van voorzitter bekleedt. Meijer is sinds januari 1998, toen de MUB van kracht werd en de UT een nieuwe medezeggenschapsstructuur kreeg, voorzitter van de UR geweest (eerst namens de personeelsgeleding, later van de gehele raad). Het laatste jaar was hij in zijn rol van voorzitter niet geheel onomstreden. Meijer heeft zijn stempel op de UR weten te drukken, en ondervond daarvoor ook op de campus in brede zin grote waardering. De raad zal zich er nog op beraden hoe hem “in de bloemetjes te zetten”.

Meijer antwoordt dat hij graag op zijn eigen manier, via een interview in UT-nieuws, afscheid wil nemen.


Schrama is dus vanaf nu de nieuwe UR-voorzitter. Hij dankt de raadsleden voor het vertrouwen dat zij, zij het ook met enige kanttekeningen, in hem stellen. Zelf zou hij de voorkeur hebben gegeven aan een voortzetting van het voorzitterschap door Meijer, maar de situatie ligt helaas anders. Belangrijk is nu om het verleden te vergeten en naar de toekomst te kijken. Hij aanvaardt het voorzitterschap zonder reserves en zal zich volledig inzetten, en hoopt dat hij daarbij (meer dan Meijer in de afgelopen tijd) het krediet van de raad krijgt.


Wallinga-de Jonge memoreert dat Meijer ontzettend veel werk heeft verzet, en dat zij daar grote waardering voor heeft. Zij zou graag willen dat er toch een manier wordt gevonden om gepast afscheid van hem te nemen.


5b. Benoeming afvaardiging in de WAR

Als UR-afgevaardigden in de WAR worden benoemd: Van Doorn, Holkers en Hummel.


5c. Scholing / kennismaking

Op 1 oktober 2002 is er een kennismakings-/scholingsdag voor UR-leden. De aanwezigen blijken geen aanvullende suggesties voor de organisatie te hebben. Ribberink en Berends zullen de dag gaan voorbereiden.


6.Reorganisatie, stand van zaken – reactie CvB op advies - instemmingsvraag


De voorzitter meldt dat na 27.8.02 (toen (de personeelsgeleding van) de UR negatief advies heeft uitgebracht en de instemmingsvraag heeft aangehouden) er alleen informele verkenningen hebben plaatsgevonden tussen hem en het CvB i.c. De Jong. Daarbij is er veel opgehelderd, en het college zal nu komen met een document op basis waarvan formeel verder gesproken kan worden. Die formele bespreking zal waarschijnlijk op 20 september a.s. plaatsvinden, waarbij namens de UR aanwezig zullen zijn de voorzitter, vice-voorzitter en fractievoorzitters (of hun vervangers).

Schrama verwacht dat er bij het CvB in grote lijnen wel gehoor gevonden zal worden voor hetgeen er in het advies staat m.b.t. het in stappen beantwoorden van de instemmingsvraag. Op 26 september a.s. zal de 30 dagen-termijn zijn verstreken en vóór die datum zal het CvB de eerste stap moeten nemen. Tot die tijd zullen nog verschillende knelpunten moeten worden opgelost. Meijer meent dat er vóór 26.9 geen reorganisatieplan verwacht kan worden dat voldoet aan alle normen die de raad stelt teneinde de officiële instemming te kunnen verwerven van de UR. Verder zegt hij niet tevreden te zijn over de stand van zaken, terwijl er toch al weer drie weken verstreken zijn sinds het uitbrengen van het UR-advies.


Wallinga-de Jonge is van mening dat de UR in spoedzitting bijeengeroepen had moeten worden nadat het CvB schriftelijk had gereageerd richting het presidium op het uitgebrachte advies, met name omdat het toen nog ging om een voorlopig presidium. Dan had er meer interactief gehandeld kunnen worden en zouden de gesprekken misschien een andere kleur gehad hebben waardoor er wellicht eerder een oplossing gevonden had kunnen worden. De voorzitter neemt deze opmerking voor kennisgeving aan, en voegt daar nog aan toe dat het voorlopig presidium wel steeds een unaniem standpunt heeft ingenomen.


De voorzitter wijst erop dat het college vasthoudt aan de instemmingstermijn van 30 dagen. Ook al zullen er afspraken gemaakt kunnen worden over aanvullingen op het concept-reorganisatieplan – waarmee het college dus erkent dat het onvolledig was en waarmee dan het geschil van tafel zal zijn – dan nóg zal de 30-dagen-termijn een symbolische werking hebben en zal het college waarschijnlijk blijven aandringen op instemming binnen die termijn. Maar dan volgt eerst nog de gang naar de RvT, en Schrama verwacht dat die niet zo maar zal doorverwijzen naar de geschillencommissie.


Van Rijn benadrukt met klem het belang van snel handelen, gezien de heersende grote onzekerheid op de werkvloer.

Berends roept ertoe op verstandig te zijn, de strijdbijl te begraven en elkaar niet over en weer verwijten te blijven maken. Er moet voortgang geboekt worden en niet steeds vastgehouden worden aan procedurele aspecten.


Wallinga-de Jonge heeft begrepen dat er een open brief aan Sistermans is geschreven; zij is daar niet gelukkig mee. De voorzitter antwoordt dat de brief vandaag naar het UT-nieuws gaat namens de personeelsgeleding van de UR, en dat alle betreffende fractievoorzitters met die aanpak ingestemd hebben. Wallinga-de Jonge neemt kennis van die mededeling.


7a. Begrotingsbod 2003

Geconstateerd wordt dat de stukken nog maar kort in het bezit van de UR zijn en dat niet alle UR-leden er al kennis van hebben kunnen nemen. De commissie F&V zal een extra commissievergadering met de portefeuillehouder beleggen om een en ander nader te bespreken.

Wormeester verwacht dat er vanuit de faculteiten nog wel een nieuwe bijstelling van het begrotingsbod zal komen.

Meijer meent dat het misschien nog wel zo zal zijn dat het begrotingsbod opnieuw ter instemming moet worden voorgelegd – hij geeft die gedachte mee aan de commissie F&V.


Het begrotingsbod zal niet worden geagendeerd voor de komende overlegvergadering.


7b. UT-strategiediscussie

Er ligt een concept-UR-advies voor m.b.t. de UT-strategiediscussie. Onder verwijzing naar de zojuist vastgestelde afspraken over de taakverdeling en werkwijze van de UR stelt Meijer voor het advies definitief vast te stellen en aan het CvB te doen toekomen, ter voorbereiding van de discussie tussen de commissie F&V en het college. Na enige aarzeling van de zijde van Van Benthem stemmen alle fracties daarmee in.


7c. Decaanbenoeming faculteit Gedragswetenschappen

Besloten wordt de verslaglegging van dit agendapunt als VERTROUWELIJK te beschouwen.


8.HBO-doorstroombeurzen (UR-02.292)

Huisman meldt dat de vragen die er bestonden inmiddels zijn beantwoord; zij zal een kopie naar alle UR-leden sturen.


9.Nota’s Onderzoekbeleid, Leerstoelenbeleid en Kennisexploitatie (UR-02.183)

Het CvB heeft laten weten dit onderwerp nog niet besluitrijp te vinden en het liever nog niet op de agenda van de overlegvergadering geplaatst te zien. De commissie O&O is het daarmee eens.

Wormeester wijst erop dat ondanks het feit dat de nota nog niet besluitrijp is, sommige implicaties ervan in de praktijk al wel merkbaar zijn. Dit moet dus een punt van aandacht voor de UR zijn.


De door de commissie O&O opgestelde en bij de agenda gevoegde notitie geeft aanleiding een aantal bevindingen en vraagpunten schriftelijk aan het CvB voor te leggen, zodat het college die kan meenemen in het verdere overleg met de commissie en bij de finalisering van de nota’s. Aanvullende punten van de fracties dienen per omgaande bij de commissie ingediend te worden.

Besloten wordt twee brieven te schrijven (op te stellen door de commissie in samenwerking met een afgevaardigde van de KCU): één waarin een aantal inhoudelijke punten m.b.t. het onderzoekbeleid aan de orde wordt gesteld, en één die erop aandringt dat de nota’s inzake het onderzoekbeleid en het leerstoelen- en personeelsbeleid zo spoedig mogelijk voor bespreking beschikbaar komen. Daarbij zal gevraagd worden te waarborgen dat de nota’s niet onderling strijdig zijn, maar een consistent geheel vormen.


10.Gedragscode voertalen (UR-02.265, UR-02.278)

Het college heeft inmiddels een deel van de vragen beantwoord. De commissie O&O zal een concept-instemmingsbesluit formuleren en daarin de nog openstaande en enkele (door de fracties per omgaande in te dienen) aanvullende vragen meenemen.


11.Nieuwe opleidingen, Gezondheidswetenschappen

Het punt “Nieuwe opleidingen” zal op de agenda van de overlegvergadering geplaatst worden, zodat het CvB de laatste stand van zaken kan melden.


12.Review Instellingsplan – onderzoek, onderwijs, ondersteunende processen (UR-02.127)

DD is nog niet tot een afgewogen oordeel kunnen komen.

KCU denkt dat de strategiediscussie voor het Instellingsplan/het Review grote gevolgen zal kunnen hebben. Het Review richt zich te zeer op de afzonderlijke doelstellingen uit het Instellingsplan, terwijl er juist meer samenhang nodig is. Met betrekking tot de ondersteunende processen vindt KCU dat het personeelsbeleid in brede zin aan renovatie toe is; dat punt moet dan ook in het Instellingsplan en ook binnen het Onderzoekbeleid en het Leerstoelen- en Personeelsbeleid een veel grotere nadruk krijgen.

UReka vindt dat volstaan kan worden met de vragen/aandachtspunten van de commissie P&S.


Besloten wordt aan het college een brief te schrijven met als hoofdvraag of het gaat om een voortgangsrapportage over doelstellingen die in het verleden zijn vastgelegd of om doelstellingen die op zichzelf ter discussie staan. Daarnaast zullen er vragen worden opgenomen t.a.v. de drie verschillende hoofdstukken.


13.Rondvraag

Afgesproken wordt een datum vast te stellen voor een eventuele extra (al dan niet interne) UR-vergadering, voor het geval dat nodig blijkt tijdens de bespreking van het reorganisatieplan op 24 september a.s. Gekozen wordt voor donderdag 26 september 2002, 9.00 uur.


14.Sluiting

Om 16.40 uur sluit de voorzitter de vergadering.