uit het overleg 26 02 2002




Betreft: aandachtspunten Aandachtspunten uit de extra overlegvergadering van de Universiteitraad

van 26 februari 2002


Opleiding Sociale Wetenschappen


De Universiteitsraad bijeen in vergadering op 26 februari 2002:


gehoord

de brief van het College van Bestuur van 20 februari 2002 inzake 'verzoek tot instemming met registratie nieuwe opleidingen in het CROHO’;

het negatieve advies van de ACO;


overwegend

dat de insteek t.a.v. de facultaire inbedding, de afstemming van het onderwijsaanbod en het realiseren van een efficiencyverbetering strookt met de opvattingen van de Universiteitsraad;

dat de argumentatie van het College van Bestuur om ondanks een negatief ACO-advies de opleiding te laten registreren in het CROHO erg summier is;

het gebrek aan overeenstemming binnen de Universiteit Twente over het curriculum en het onderwijsconcept;

het ontbreken van elke discussie binnen de betrokken faculteiten naar aanleiding van het negatieve ACO-advies;

dat de voorgenomen afstemming van het onderwijsaanbod nog niet in de betrokken faculteiten is besproken;

dat de betrokken faculteiten al zwaar belast zijn met de start van de opleidingen bedrijfswetenschappen en gezondheidswetenschappen;

dat de wettelijke mogelijkheid bestaat om ook na 2003-2004 bestaande opleidingen om te zetten in brede bachelors;

dat het wenselijk is dat alle nieuw te vormen faculteiten op termijn een brede bachelor gaan aanbieden;


besluit

niet in te stemmen met het indienen van de Opleiding Sociale Wetenschappen bij de IBG ter registratie in het CROHO.



Opleiding Technische Wetenschappen


De Universiteitsraad bijeen in vergadering op 26 februari 2002


gehoord

de brief van het College van Bestuur van 20 februari 2002 inzake 'verzoek tot instemming met registratie nieuwe opleidingen in het CROHO';

het positieve advies van de ACO;

de toelichting van het College van Bestuur inzake de penvoerende decaan en het realiseren van synergie met aanpalende opleidingen;





overwegend


dat een definitief besluit over de instelling van de opleiding Technische Wetenschappen nog niet aan de orde is;

dat het wenselijk is dat alle nieuw te vormen faculteiten op termijn een brede bachelor gaan aanbieden;

dat de opleiding Technische Wetenschappen een aanvulling moet zijn op de traditionele technische opleidingen, die het draagvlak van het totale aanbod van technische opleidingen moet versterken;

dat het met het oog op de financiële situatie van de Universiteit Twente wenselijk is om maximale synergie tussen aanpalende opleidingen te realiseren;

dat de insteek t.a.v. de facultaire inbedding strookt met de opvattingen van de Universiteitsraad;

dat de discussie over het te hanteren onderwijsconcept en het curriculum nog niet is afgerond;

dat de aanzet om te komen tot afstemming van het onderwijsaanbod van aanpalende opleidingen en het realiseren van efficiencyverbeteringen, zoals beschreven in de brief van het College van Bestuur, hoopgevend is, maar naar het oordeel van de Universiteitsraad nog te vrijblijvend is voor de betrokken opleidingen;

dat het wenselijk is dat de betrokken FR-en (TN, CT, EL en TW) worden geraadpleegd over de instelling van de opleiding, in het bijzonder over het te hanteren onderwijsconcept, het curriculum en de door de faculteiten te dragen aanloopkosten;

dat het wenselijk is een heroverweging te maken van de prioriteitstelling en fasering van de uit de centrale stimulering te financieren beleidsinitiatieven in de meerjarenraming voor de jaren 2003 en later, in het bijzonder met het oog op de benodigde ontwikkel- en aanloopkosten voor nieuwe opleidingen;


gehoord de toezegging van het College van Bestuur

er zorg voor te dragen dat op er korte termijn duidelijkheid komt over het te hanteren onderwijsconcept en het curriculum;

het proces van afstemming van het onderwijsaanbod van aanpalende opleidingen en het realiseren van efficiencyverbeteringen goed te bewaken;

de betrokken decanen te verzoeken het definitieve instellingsbesluit voor te leggen aan de FR-en TN, CT, EL en TW;

tijdig met de Universiteitsraad in overleg te treden over het definitieve instellingsbesluit;


besluit

in te stemmen met het indienen van de opleiding Technische Wetenschappen bij de IBG ter registratie in het CROHO;

nog geen beslissing te nemen over de definitieve instelling van de opleiding en de besluitvorming op dit punt te zijner tijd te baseren op: (1) de standpunten en argumentatie van de betrokken FR-en en (2) het dan aanwezige inzicht in de financiële situatie van de Universiteit Twente.


Opleiding gezondheidswetenschappen


De Universiteitsraad bijeen in vergadering op 26 februari 2002


gehoord

de brief van het College van Bestuur van 20 februari 2002 inzake 'verzoek tot instemming met registratie nieuwe opleidingen in het CROHO';

het positieve advies van de ACO;

de toelichting van het College van Bestuur inzake het realiseren van synergie met aanpalende opleidingen;


overwegend

dat een definitief besluit over de instelling van de opleiding Gezondheidswetenschappen nog niet aan de orde is;

dat een opleiding Gezondheidswetenschappen een aanvulling is op het bestaande aanbod binnen de maatschappijwetenschappen;

dat de opleiding Gezondheidswetenschappen goed past in een maatschappij­wetenschappelijke faculteit;

dat het met het oog op de financiële situatie van de Universiteit Twente wenselijk is om maximale synergie tussen aanpalende opleidingen te realiseren;

dat de aanzet om te komen tot afstemming van het onderwijsaanbod van aanpalende opleidingen en het realiseren van efficiencyverbeteringen, zoals beschreven in de brief van het College van Bestuur, aansluit bij de visie van de Universiteitsraad;

dat het wenselijk is dat de betrokken FR-en (T&M en BSK) worden geraadpleegd over de instelling van de opleiding, in het bijzonder het curriculum en de door de faculteiten te dragen ontwikkelkosten;

dat het wenselijk is een heroverweging te maken van de prioriteitstelling en fasering van de uit de centrale stimulering te financieren beleidsinitiatieven in de meerjarenraming voor de jaren 2003 en later, in het bijzonder met het oog op de benodigde ontwikkel- en aanloopkosten voor nieuwe opleidingen;


gehoord de toezegging van het College van Bestuur

het proces van afstemming van het onderwijsaanbod van aanpalende opleidingen en het realiseren van efficiencyverbeteringen goed te bewaken;

tijdig met de Universiteitsraad in overleg te treden over het definitieve instellingsbesluit;


besluit

in te stemmen met het indienen van de opleiding Gezondheidwetenschappen bij de IBG ter registratie in het CROHO;

nog geen beslissing te nemen over de definitieve instelling van de opleiding en de besluitvorming op dit punt te zijner tijd te baseren op: (1) de standpunten en argumentatie van de betrokken FR-en en (2) het dan aanwezige inzicht in de financiële situatie van de Universiteit Twente.


Opleiding geneeskunde


De Universiteitsraad bijeen in vergadering op 26 februari 2002


gehoord

de brief van het College van Bestuur van 20 februari 2002 inzake 'verzoek tot instemming met registratie nieuwe opleidingen in het CROHO';

de beslissing van de ACO om geen advies uit te brengen inzake dit dossier;

de financiële onderbouwing in de business case en het accountantsrapport;


overwegend

dat een definitief besluit tot instelling van een opleiding Geneeskunde pas kan worden genomen nadat goede afspraken zijn gemaakt met de ministers van OC&W en VWS over de financiering;

dat gezien de benarde financiële positie van de Universiteit Twente de eventuele instelling van een opleiding Geneeskunde budgettair neutraal moet gebeuren en dat daarbij ook rekening moet worden gehouden met tegenvallende ontwikkelingen en verborgen kosten;

dat de aan de ministers van OC&W en VWS gevraagde voorfinanciering het karakter van een lening heeft en dat het alternatief van een lening op de kapitaalmarkt geen begaanbare weg is voor de Universiteit Twente;

dat het starten van een opleiding Geneeskunde in financieel opzicht grote onzekerheden met zich meebrengt en dat het financiële risico vooralsnog geheel bij de Universiteit Twente ligt;

dat ook volgens een optimistisch scenario er pas na een groot aantal jaren sprake is van een positieve cash flow die kan bijdragen aan het verbeteren van de financiële positie van de Universiteit Twente;

dat de opzet en organisatie van een opleiding geneeskunde en de taakverdeling met de betrokken partners nog niet geheel zijn uitgewerkt;

dat het de voorkeur verdient om voor de pre-klinische en de klinische vakken, de opleidingsplaatsen en het geneeskundig onderzoek gebruik te maken van de aanwezige mogelijkheden in Enschede en de rest van Twente;

dat in de beginjaren, totdat de nieuwbouw is gerealiseerd, er een goede oplossing dient te komen voor het ruimteprobleem op de campus;


gehoord de toezegging van het College van Bestuur

om bij de afspraken met de ministers van OC&W en VWS over de financiering rekening te houden met mogelijke financiële tegenvallers;

de samenwerkingsovereenkomsten met de Westfälische Wilhelms-Universität Münster en het Medisch Spectrum Twente zodanig uit te werken dat er geen misverstand kan bestaan over de onderdelen van de opleiding die de partners voor hun rekening nemen en dat er sprake is van een resultaatsverplichting tegen een vooraf vastgestelde vergoeding;

om de financiële consequenties van een variant met jaarlijkse instroom van 200 studenten door te rekenen;

alle medewerking te verlenen aan nader onderzoek door de Universiteitsraad naar de haalbaarheid en de wijze van inrichting van een opleiding Geneeskunde en de financiële risico's, waarbij het College van Bestuur en de Universiteitsraad eventueel gezamenlijk extern advies kunnen inwinnen;


besluit

in te stemmen met het indienen van de opleiding Geneeskunde bij de IBG ter registratie in het CROHO.