Nieuwsbrief UR 2008-11-12




In de overlegvergadering van 12 november 2008 is gesproken over de Collegegeldtarieven UT 2009 -2010 (advies), de door het college vastgestelde richtlijn voor de gezamenlijke Onderwijs- en Examenregelingen OER (informatie), de concept strategische visie 2009-2014 “RoUTe 14” van het college (informatie) en voorts over de ontwikkelingen rond het netwerk ECIU, de voortgang 3TU proces, de wens van de URaad om beleid te voeren rond de gezamenlijke (internationale) diploma’s “Joint Degrees” en de zorgen van de raad over de ontoegankelijkheid van de Campus tijdens de voorlichtingsdagen vanwege de bouwactiviteiten. Het volledig verslag van deze vergadering wordt zo spoedig mogelijk op de site van de URaad geplaatst. Onderstaand de belangrijkste punten.


Collegegeldtarieven UT 2009 - 2010

De collegegeldtarieven zijn aangepast aan de indexering. Dit gaf op zich geen problemen voor de raad. Ook zijn er over de hoogte van de tarieven afspraken gemaakt in 3TU-verband voor de tarieven van de niet EER bachelor en de niet EER master.

In eerdere discussies rond de personeelsnota UT heeft de raad aangedrongen op concrete voorzieningen voor partners van buitenlandse gastonderzoekers, -docenten en (niet EER) promovendi, post-docs en tenure trackers. Dit kan de werving van deze belangrijke doelgroep ondersteunen en de UT kan zich daarmee positief en creatief onderscheiden. In dit concrete geval heeft de URaad gesuggereerd om een speciaal verlaagd collegegeldtarief voor deze doelgroep te hanteren. Het college wil geen standaard voorzieningen als regel opnemen voor partners van buitenlandse gasten. Wel is toegezegd dat er op basis van maatwerk flankerend beleid mogelijk is, bijvoorbeeld door het toekennen van een beurs. Hier kan bij de werving aandacht aan worden besteed.


Richtlijn voor de gezamenlijke Onderwijs- en examenregelingen (OER)

Conform de wet op het hoger onderwijs dient elke opleiding onder verantwoordelijkheid van de faculteitsdecaan een Onderwijs- en examenregelingen vast te stellen: de OER. De facultaire medezeggenschap heeft op vastgelegde onderdelen instemmingsrecht of adviesrecht, in deze concrete situatie zijn dat de faculteitsraden.


Om de rechten en plichten van de studenten en de instelling beter te stroomlijnen, heeft het college besloten een groot deel van de inhoud van de OER als gezamenlijke richtlijn op te dragen aan de faculteitsdecanen. Volgens de WHW kan het college een dergelijke richtlijn opstellen zonder inspraak van de medezeggenschap, mits deze beperkt blijft tot de organisatie en coördinatie van het onderwerp. In het geval van de gezamenlijke richtlijn OER “verdampt” daarmee, tot ongenoegen van de URaad, een belangrijk deel van de medezeggenschap op dit gebied.


In eerder overleg heeft de URaad een aantal inhoudelijke kanttekeningen geplaatst bij het ontwerp van de gezamenlijke OER. Omdat de inspraak bij de OER behoort tot de competenties van de faculteitsraden, heeft de raad deze opmerkingen en de antwoorden van het college doorgegeven aan de respectievelijke raden. Tevens heeft de URaad onlangs een bijeenkomst georganiseerd met vertegenwoordigers van de faculteitsraden waar uitgebreid over dit onderwerp is gesproken.

De URaad heeft er bij het college op aangedrongen om de faculteitsdecanen dringend te wijzen op de wenselijkheid de faculteitsraden in een zo vroeg mogelijk stadium te betrekken bij de verdere besluitvorming.


De URaad blijft van mening dat ten aanzien van de gezamenlijke OER het college verder gaat dan de wettelijke beperking tot organisatie en coördinatie en zal een principiële discussie voeren met het college over de inhoud van deze en nog in te stellen (!) richtlijnen. Wordt vervolgd.

De concept strategische visie 2009 - 2014 “RoUTe 14”

Het college beschouwt het document “RoUTe 14” als leidraad voor het strategisch beleid 2009-2014. De nota wordt tijdens de overlegvergadering van 17 december a.s. ter instemming aan de URaad voorgelegd. Concrete uitwerkingen zullen vervolgens in de loop der tijd voor instemming respectievelijke advisering, afhankelijk van de formele status, aan de URaad worden voorgelegd. Dit laatste vormt voor de URaad op voorhand een harde voorwaarde.

In de (verlengde) commissievergadering van 3 december a.s. wordt de nota inhoudelijk besproken. In elk geval plaatst de raad kanttekeningen bij de volledigheid, de haalbaarheid en de samenhang met het algemene beleid: op welke problemen geeft de nota een antwoord, welke middelen worden ingezet, wie voert de actie en met welke budgetten. Maar ook de noodzakelijke prioritering (risicomanagement) en de volledigheid van de wensenlijst.


Joint Degrees

De URaad heeft door middel van een schriftelijke rondvraag aandacht gevraagd voor het fenomeen van Joint Degrees dat nu ook tot de wettelijke mogelijkheden behoort. Bij een joint degree krijgt de afstudeerde een gezamenlijk diploma van de (internationale) instellingen waar de student zijn of haar opleiding heeft gevolgd, bijv. via een uitwisselingsprogramma. Op dit moment krijgen studenten hiervoor nog twee papiertjes, een Nederlands diploma en een buitenlands diploma. Het college heeft toegezegd de mogelijkheid van deze joint degrees serieus te overwegen.


Indien u deze nieuwsbrief niet meer of juist wel wilt ontvangen, mail dit dan aan:

mailto:info@uraad.utwente.nl