Nieuwsbrief UR 2008-01-30

Nieuwsbrief Universiteitsraad 30 januari 2008


URaad weer in zijn geheel bijeen

De Universiteitsraad kan zijn bevoegdheden weer volledig uitoefenen, nu de 6 UReka-leden hun raadswerk weer hervatten. Aanleiding voor het opschorten van hun werkzaamheden was onenigheid omtrent de invulling van het voorzitterschap van de UR. De meerderheid van de raad, bestaande uit de 12 leden van de CC-fractie, heeft een voorkeur voor een voorzitter die na de verkiezingen uit het midden van de raad wordt gekozen, UReka de grootste studentenfractie met 6 zetels ziet liever een onafhankelijke voorzitter.

Hoewel er nog geen overeenkomst is over de vorm van het voorzitterschap, hebben beide partijen afgesproken om te gaan praten over de aanstellingsprocedure, de taakstelling en de kwaliteiten van een voorzitter (intern en onafhankelijk). Deze afspraak sluit aan bij een eerdere procedureafspraak over het keuzemoment voor een interne dan wel externe voorzitter. Zo zal al bij de kandidaatstelling in april voor de nieuwe URaad bezien worden of er potentiële voorzitters onder de kandidaten zijn.

Beide fracties zijn blij dat de impasse opgelost is en gaan er vanuit dat er de rest van het jaar een goede samenwerking is bij het uitvoeren van hun UR-taken; het namens de universitaire gemeenschap positief kritisch controleren van het CvB-beleid en zonodig voorstellen doen om dat beleid te verbeteren.

De URaad roept alle geïnteresseerde personeelsleden en studenten op een bijdrage aan de medezeggenschap te leveren en zich te kandideren voor één van de bestaande partijen of met een eigen kieslijst te komen.


Begroting

De begroting voor 2008 riep bij de URaad veel vragen op. Die vragen zijn onder te verdelen in enerzijds de inhoud van de begroting en anderzijds de presentatie van de begroting.

De inhoudelijke vragen over de begroting zijn inmiddels in voldoende mate beantwoord en de begroting ziet er degelijk uit. Er is door stijgende inkomsten meer budget beschikbaar voor het primaire proces en met name door nu al de loon- en prijs compensatie op te nemen ontstaat waarschijnlijk een beter vergelijk met de uiteindelijke realisatie. Het grootste probleem in deze begroting is niet een financiële, maar de vraag of de UT in staat is om het benodigde personeel te werven. Het college gaf aan dat zij met het plan personeelsbeleid 2008-2012 dat binnenkort uitkomt hier nader op in zal gaan. Het grote positieve saldo dat enkele faculteiten nu laten zien is met name incidenteel. De UR heeft bij de begroting 2008 ook aandacht gevraagd voor implementatie van energiebesparende maatregelen op ook laag niveau in de organisatie. Dit zou via een eenvoudige regeling bereikt moeten worden. De raad heeft positief geadviseerd over de begroting 2008.

De URaad is ontevreden over de presentatie van de begroting, waardoor het als beleidsinstrument onvoldoende tot zijn recht komt. In de beleidstekst in nauwelijks sprake van het concretiseren van beleidsdoelstellingen voor het begrotingsjaar. In de begroting zelf wordt het aantal studenten en promoties in de afgelopen jaren opgenomen, maar geen enkele extrapolatie naar de toekomst gemaakt. Zeker voor de eerste paar jaar is dit betrouwbaar te doen en een realistische meerjarenbegroting moet naar mening van de URaad deel uitmaken van de begroting zelf. Dat is één van de signaalinstrumenten voor het formuleren en bijsturen van beleid. Alhoewel het college aan alle eenheden een inventarisatie van risico’s had gevraagd is dit slechts in geringe mate gedaan. Het college gaf aan dat zij hier ook zelf mee bezig is, mede in overleg met de Raad van Toezicht. De URaad zal over zijn wensen voor een betere presentatie van de begroting een ongevraagd advies uitbrengen. Het College gaf aan dit onderwerp graag op korte termijn verder met de URaad te willen bespreken en dit als een waardevolle bijdrage te zien.


Studenten uit Iran

De Raad was van mening dat het college te weinig gedaan heeft in reactie op de negatieve publiciteit rondom de toelating van studenten uit Iran. Als reactie hierop gaf het college aan dat zij verbaasd was dat er zoveel aandacht voor deze kwestie ontstaan is, en geeft toe dat er een inschattingsfout gemaakt is.

Het college is echter niet van standpunt veranderd, zoals wel in verschillende media gebracht werd. Het college is nooit van mening geweest dat studenten uit Iran geweigerd moeten worden, er kon echter geen invulling geven worden aan de garantieverklaring die geëist werd door de IND omdat deze maatregel juist discriminatoir zou zijn.

De beslissing over de toelating van Iraniërs ligt nu weer bij de overheid. De overheid gaat een inventarisatie maken van opleidingen waar specialistische proliferatiegevoelige kennis te vergaren is en is voornemens om alle Iraniërs voor deze opleidingen uit te sluiten.


Studentpromovendi

Naar aanleiding van het bericht dat er bij EWI een pilot gestart wordt waarbij studenten een beurs krijgen voor een gecombineerd master-promotietraject van vijf jaar vroeg de Raad zich mede gezien signalen vanuit het OPUT af of de juridische basis voor deze pilot voldoende is. Ontstaat er met deze pilot niet een situatie waardoor hetzelfde werk verschillend beloond wordt? Het college benadrukte dat er hier geen sprake is van studentpromovendi. De bedoeling is dat deze personen in een reguliere promotiepositie over gaan. De UT geeft geen beurs om te promoveren en daarmee is het duidelijk anders dan studenten die zelf met een buitenlandse beurs komen of mensen die in een eigen levensonderhoud voorzien en een promotietraject willen volgen aan de UT. De Raad heeft wel benadrukt dat de kwaliteit van dit traject op een goede manier gewaarborgd dient te worden.


Indien u deze nieuwsbrief niet meer of juist wel wilt ontvangen, mail dit dan aan

mailto:info@uraad.utwente.nl