Aan het College van Bestuur | ||||
uw kenmerk | telefoon | 053 - 489 2027 | ||
ons kenmerk | UR 09-274 | fax | ||
datum | 8 oktober 2009 | j.ribberink-vanmiddelkoop@utwente.nl | ||
bijlage(n) | ||||
cc. | ||||
onderwerp | Schriftelijke rondvragen |
Geacht College,
Conform artikel 12 sub 3n van het Reglement Universiteitsraad hoort het College van Bestuur advies te vragen over elk voorgenomen besluit tot het aantrekken van een extern adviseur betreffende een belangrijke aangelegenheid. De Universiteitsraad heeft de laatste jaren een dergelijke adviesvraag niet ontvangen, terwijl de indruk bestaat dat voor belangrijke aangelegenheden wel externe adviseurs aangetrokken zijn.
Er kan discussie zijn over de vraag wat onder een ‘belangrijke aangelegenheid’ verstaan wordt. Tevens kan de vraag gesteld worden of bij een erkende ‘belangrijke aangelegenheid’ externe expertise nodig is, of dat de benodigde expertise ook intern binnen de UT beschikbaar is. Daarbij is het van belang te kunnen beoordelen of de kosten van de externe expertise opwegen tegen de baten.
De UR wil het adviesrecht op dit punt op een goede wijze kunnen vervullen. Daarvoor is inzicht nodig in het beleid dat het College de laatste jaren rond het inhuren van externe expertise gevoerd heeft. Daarom verzoekt de Universiteitsraad het College een overzicht te geven van de externe adviseurs, die de laatste drie jaar aangetrokken zijn. Het betreft:
-de karakterisering van de ‘belangrijke aangelegenheid’ waarvoor expertise is aangetrokken,
-de taken van de externe adviseur(s) en de te bereiken doelen,
-de omvang en tijdsduur van de ingehuurde expertise,
-de daaraan verbonden kosten.
De Universiteitsraad zou graag op de komende overlegvergadering onderstaande vraag beantwoord willen zien.
Met vriendelijke groet,
namens de Universiteitsraad,
drs. F.L. Lagendijk
voorzitter