verslag interne 2005-11-08

logo URaad

universiteitsraad

Griffie

Spiegel – kamer 500




Uw kenmerk


Telefoon

053 - 489 2027

Ons kenmerk

UR 05-288

Fax


Datum

22 november 2005

e-mail

j.ribberink-vanmiddelkoop@utwente.nl



Verslag interne vergadering 08 november 2005


Aanwezig:

CC: Brinkman, Gutteling, Houweling, D. Meijer(vz.), Pol, Poorthuis, Van der Wal, Wormeester,

UReka: Deetman, Van Dijk, Hendriks, Hollman, Lippinkhof (deels), N. Meijer

Griffie: Ribberink (verslag)



Afwezig: Becht (m.k.), Schrama (m.k.) Hesselink (m.k.), IJzermans (m.k.)



1. Opening 13.30 uur

De voorzitter opent de vergadering en stelt voor twee punten aan de agenda toe te voegen, te weten 5a. Wijziging werkwijze UR – CvB en 5b. Voorstellen aan het CvB van UR en OPUT m.b.t.compensatie voor personeelsleden, ziekteverzuimbeleid en convenant UR – OPUT (afbakening bevoegdheden UR – OPUT).

Hollman wil graag bij de rondvraag het taalbeleid (Engels) aan de orde stellen.

Aldus wordt de agenda vastgesteld.


2. Mededelingen

De voorzitter meldt dat de UR de gelegenheid geboden wordt om bij de introductiebijeenkomst van nieuwe medewerkers iets over de medezeggenschap op de UT te vertellen. Hij vraagt of er nog andere personeelsleden dan hijzelf zijn die zich hiervoor beschikbaar willen stellen.

Verder verwijst de voorzitter naar zijn e-mail over het gesprek dat hij heeft gehad met een afvaardiging van de dienstraad FB over de Beveiliging en zijn uitleg over de Raamovereenkomst ZGT en UT. Heeft de raad hier vragen over?

Poorthuis meldt dat de problematiek van de beveiliging in de commissie P&S aan de orde is geweest. De vraag was of de regiefunctie van FB te handhaven is als het management verplaatst wordt. Het college heeft aangegeven dat dit geen probleem geeft. Poorthuis vertelt voorts dat er plannen zijn voor een projectgroep “Catering” en dat van Ast toegezegd heeft dat de UR iemand voor kan dragen om in de projectgroep zitting te nemen. Verder geeft hij aan dat de opmerking van de directeur FB dat de UT een “uitbesteden, tenzij..” beleid zou hebben vastgesteld, onjuist is. Dit zal alsnog aan de directeur FB gemeld worden; in de commissie P&S zal worden bezien of men in bredere zin hierop terug wenst te komen.

De voorzitter meldt met betrekking tot de Raamovereenkomst dat de vz CvB in de commissievergadering heeft toegezegd dat op een later moment de medezeggenschap haar inbreng in dezen kan hebben.

N. Meijer geeft aan dat de commissie voorzitterschap UR goed bezig is maar dat de rapportage enigszins uitgesteld moet worden. Is behandeling hiervan in de komende interne vergadering – in verband met de Begroting – wel een geschikt moment? De voorzitter stelt voor dit punt wel te agenderen voor de interne vergadering om een eerste reactie van de fracties te horen, maar besluitvorming hierover te agenderen in de periode na het overleg van 7 februari 2006, tegelijk met de evaluatie van de taakverdeling binnen de UR. Aldus wordt besloten.


3. Verslag interne vergadering van 27 september 2005 (UR 05-246)

Het verslag wordt zonder opmerkingen (zowel tekstueel als n.a.v.) vastgesteld.


4. Ingekomen/uitgegane post (UR 05-267)

Geen opmerkingen.


5. Actiepuntenlijst (UR 05-244, versie 04-10-2005)

Afgesproken is dat de commissievoorzitters aan Ribberink door zullen geven welke punten van de lijst geschrapt kunnen worden.

Hollman meldt dat twee punten nog niet besproken zijn en wellicht als schriftelijke rondvraagpunten aan de orde kunnen komen: major – minor en de Graduate School Twente.

Gutteling merkt naar aanleiding van punt 1 van het interne deel op dat ook de FR van TNW problemen heeft met het vinden van kandidaten voor de Instituutsraad BMTI. Een brief van de decaan of directeur bedrijfsvoering van TNW richting UR is in aantocht. De voorzitter kondigt daarop aan een afspraak te zullen maken met de WD en de betrokken FR-en om een en ander vlot te trekken. Gutteling pleit er nogmaals voor op een moment in aanvulling op de gesprekken met mevr. Sorgdrager de heer van Essen van de RvT te bevragen over het medische domein van de UT. Dit zal een actiepunt voor de junivergadering 2006 (bespreking Algemene gang van zaken) moeten worden.

Wormeester vraagt zich af of een dergelijk gesprek wel in de UR gevoerd zou moeten worden en niet veeleer in de FR van TNW? De voorzitter stelt dat de vraag “Wat willen we met de medische poot?” een legitieme is. Wormeester antwoordt dat zorgvuldig naar de formulering gekeken zou moeten worden (Wat zijn de kansen/uitdagingen?), eventueel in samenspraak met de FR van TNW.


5a. Wijziging werkwijze UR – CvB

De voorzitter vraagt naar de mening van de raad over zijn email terzake. Hoe denkt men over de drie genoemde punten?

1. Kortere vergadercyclus: Van Dijk meldt dat UReka hier in het algemeen positief tegenover staat, omdat je als raad dan sneller kan reageren, maar vraagt aandacht voor een mogelijke verhoging van de werkdruk. Ook de CC-fractie is positief en vraagt zich af of uitvoering hiervan wellicht per 1 september 2006 mogelijk is?

2. Commissietaken aanpassen aan portefeuilles van CvB leden: UReka ziet hier de voordelen wel van in, maar twijfelt aan het feit of er wel drie even interessante commissies gaan ontstaan. Wordt de werkdruk van O&O niet te groot? De CC-fractie vraagt zich af of – kijkend naar de specifieke invullingen – de P&S commissie nog wel interessant genoeg is? Hollman memoreert het feit dat de vz CvB voorgesteld heeft het punt strategie bij P&S onder te brengen.

De voorzitter geeft aan dat het uiteindelijk de raad zelf is die uitmaakt welke commissies er ingesteld worden. Wormeester merkt op dat we eventueel, afgezien van het vergaderschema van het college zelf een extra cyclus in kunnen lassen, bijvoorbeeld wanneer een bepaald onderwerp veel haast heeft of een opiniërende discussie gewenst is.

3.Agenda stukken CvB ter info naar UR: Hollman vraagt of naast de vz en vice-vz UR de rest van de raad ook inzage in de CvB - stukken krijgt? Wormeester merkt op het voorstel op zich al mooi te vinden omdat hier vertrouwen uit spreekt. Hij vindt het minder belangrijk of er verder nog leden inzage krijgen.

Gevraagd naar een algemene conclusie stelt de voorzitter dat de UR een voorstel aan het CvB zal doen als follow – up van de bijeenkomst van 2 november, waarbij het vaker vergaderen als positief beoordeeld wordt (de voordelen wegen op tegen de nadelen), ook afhankelijk van de invulling die eraan gegeven wordt. De eventuele aanpassing van de commissietaken aan die van de portefeuillehouders van het CvB zouden we als proef kunnen accepteren. Of het onderwerp strategie naar P&S zal gaan is nog een punt van aandacht. Ook moeten er nadere afspraken gemaakt worden over de vraag wie inzage krijgt in de CvB stukken.


5b. Voorstellen aan CvB van UR en OPUT.

Compensatie. De voorzitter legt uit dat het belangrijk is dat de systematiek van de compensatie van personeelsleden voor UR- en OPUT-werkzaamheden duidelijk is. In zijn voorstel worden de eenheden gecompenseerd voor salariskosten, sociale lasten én

een zeker % overhead. Wellicht betekent dit in de praktijk dat de omvang van de compensatie in fte iets kleiner wordt. De raadsleden gaan akkoord met het voorstel.

Ziekteverzuimbeleid. De voorzitter pleit als het gaat om het afbakenen van ieders bevoegdheden voor een pragmatische oplossing voor de korte termijn. Dit betekent dat zowel het OPUT als de UR over het Ziekteverzuimbeleid geïnformeerd worden en dat de raad op dit moment afziet van instemming. Voor de langere termijn zal een convenant op dit punt uitkomst moeten bieden. De raad gaat akkoord met het voorstel.


6. 3TU master Sustainable Energy Technology (UR 05-263)

Hollman meldt dat de commissie O&O in principe positief tegenover het voorstel staat. Wel zet men vraagtekens bij het te verwachten aantal geïnteresseerde studenten.

Voorgesteld wordt om het presidium te mandateren het instemmingsbesluit te nemen, nadat de adviezen van de diverse gremia ontvangen zijn. Deetman stelt een aanvulling op het concept besluit voor, waarin gevraagd wordt naar het aantal masters op de UT. Hoever gaan we hiermee? Is een groter aantal masters qua kwaliteitszorg beheersbaar?

Hollman zal het besluit in die zin aanpassen. Hij zal tijdens de overlegvergadering hierover het woord voeren.


7. Arbo en milieu Jaarplan 2005, herziene versie (UR 05- 242)

Poorthuis geeft aan dat de commissie P&S van oordeel is dat het voorliggende plan er in ieder geval beter uitziet dan het vorige. Hij wijst op de wens van de leden om de jaarverslagen van de externe en de interne Arbo-dienst gelijktijdig te publiceren. Dit punt heeft de UR eerder opgenomen in zijn advies over de wijzigingen van de Arbowet. Ook de vraag of de eenheden voor de reïntegratie programma’s voor langdurig zieke werknemers voldoende middelen inzetten, kan geschrapt worden omdat dit punt aan de orde kan komen bij de behandeling van het Ziekteverzuimbeleid in de volgende cyclus. Het concept-besluit zal in die zin worden aangepast. Poorthuis zal hierover het woord voeren tijdens de overlegvergadering.


Lippinkhof komt binnen.


8. Plan van aanpak Medewerkerstevredenheidsonderzoek (UR 05- 138/156)

Poorthuis vertelt dat de directeur PA&O in de commissievergadering uitgelegd heeft dat, hoewel het plan geen concrete wijzigingen ten opzichte van het vorige bevat, een aantal acties gewoon uitgevoerd moet worden. De vz van het CvB heeft een paar toezeggingen gedaan die in het voorliggende besluit verwoord zijn (het opstellen van een sociaal jaarverslag, het geven van een overzicht van afspraken en activiteiten die al opgestart zijn, opnemen van verbetering van de interne communicatie in de bestuurlijke agenda en te onderzoeken of er indicatieve normen opgesteld kunnen worden voor UT-taken). De personeelsgeleding gaat akkoord met het concept-besluit. Desgevraagd meldt de studentgeleding geen behoefte te hebben aan een apart advies terzake.


9. Nota Begrotingsbod 2006 en voortgang begrotingsproces (UR 05 210)

Wormeester meldt dat in de commissie F&V met van Ast onder andere over de Nota Begrotingsbod gesproken is. Voor het eerst is de nota voorbereiding najaarsoverleg door het CvB aan de raad verstrekt. Wormeester stelt dat het belangrijk is om in het voorjaar goed te kijken naar het stappenplan voor de begroting, waarin de onderwijsbegroting dan opgenomen wordt. Deetman merkt op dat het van belang is dat de raad de beleidswijzigingen die het CvB in gang wil zetten tijdig te zien krijgt. De voorzitter geeft vervolgens aan dat het gaat om het inbrengen van nieuwe punten in de Begrotingsrichtlijnen en om het tijdstip waarop de medezeggenschap centraal en decentraal in beeld is. Het is verstandig nu al een voorstel aan het college te doen, temeer daar dit ook aan de decentrale raden beloofd is. Wormeester stelt een brief op.


10. Voortgang 3 TU –proces – Centers of Excellence (UR 05- 254)

De voorzitter geeft een toelichting op zijn conceptbrief terzake. Wormeester merkt op dat het college de vraag gesteld onder het eerste bolletje al beantwoord heeft en stelt voor de vraag iets anders te formuleren. We zouden kunnen vragen in welke mate de extra middelen mogelijk weer matchingsproblemen op gaan leveren, zo suggereert hij. Deetman merkt op dat het relevant is te weten wat het CvB gaat doen als deze middelen na 5 jaar ophouden.

Na enige discussie is besloten dat de voorzitter de brief aanpast en ter controle aan zal bieden aan enkele leden alvorens tot verzending over te gaan. Wormeester zal ter vergadering het woord voeren. Hollman neemt het tweede deel voor zijn rekening.

Deetman suggereert ook naar het verdere verloop van de besluitvorming rond de Centers of Excellence te informeren, moet de medezeggenschap nog advies geven? Dit houdt tevens afstemming met de andere medezeggenschapsraden in 3 TU verband in.

Wormeester stelt dat de gezamenlijke onderzoeksvisitaties bij EL onlangs zijn afgerond en vraagt zich af of hier consequenties uit getrokken zullen worden. Hij merkt op dat de commissie O&O hier direct vragen over zou moeten stellen; wat gaat de 3TU hier bestuurlijk mee doen? De voorzitter zal dit punt in zijn brief opnemen.


11. Bestuurlijke agenda CvB

De voorzitter herinnert aan de belofte gedaan aan het CvB dat de UR zijn visie op de Bestuurlijke agenda op schrift zou stellen en constateert dat nog niet alle bijdragen binnen zijn. Afgesproken wordt dat de nog ontbrekende notities donderdag aangeleverd worden; de voorzitter zal een en ander tot één geheel vormen. Pol merkt op te hopen dat het CvB ook een tijdsplanning aangeeft in de uiteindelijke versie van de Bestuurlijke agenda, de raad moet hierop toezien.


12. Schriftelijke rondvraagpunten

Poorthuis meldt dat in de commissie P&S geconstateerd is dat het wenselijk zou zijn als het college aan medewerkers en studenten informatie zou geven over de nieuwe regelingen op het gebied van zorgstelsel, levensloop en spaarloon. Komt er bijvoorbeeld een collectieve ziektekostenverzekering voor personeel en studenten?

Houweling merkt op dat in het UT-Nieuws al iets gestaan heeft over de uitwerking van het nieuwe zorgstelsel voor studenten, de huisartsenpost is al gesloten. Probleem is o.a. het zoeken van een huisarts, met name voor de buitenlandse studenten. Deetman kondigt aan dat UReka dit gaat uitzoeken en hierop terug zal komen. Lippinkhof geeft aan dat het ISO zich hier eveneens over buigt. Poorthuis zal de vraag formuleren in overleg met Deetman.

Hollman heeft een drietal vragen betreffende a. de Engelse taalvaardigheid van studenten en docenten, b. de Graduate School Twente (stand van zaken) en c. major- minor in 3 TU verband. Afgesproken wordt deze punten in januari 2006 in de commissie O&O aan de orde te stellen.

Over de opleiding Medische psychologie zal Gutteling mondeling een vraag stellen.


13. Rondvraag

Van der Wal vraagt zich af of het niet zinvol is in het kader van het promoten van de zichtbaarheid van de medezeggenschap als het UT-Nieuws bij de interne vergaderingen aanwezig zou zijn. Afgesproken wordt dit in de desbetreffende commissie mee te nemen. In de eerstvolgende interne vergadering zal de commissie “zichtbaarheid medezeggenschap” kort verslag doen van haar bevindingen.


14. Sluiting 15.30 uur.