Herman de Winter werd in 1964 benoemd tot hoogleraar technische natuurkunde bij de afdeling Electrotechniek en was vijf jaar later de eerste decaan van de opleiding Technische Natuurkunde. Op 30 november 1970 werd studievereniging Arago opgericht. Herman de Winter speelde hierbij een belangrijke rol en werd het eerste erelid van de vereniging. Herman de Winter en zijn vrouw Ton bleven door de jaren heen nauw betrokken bij Arago en ‘hun’ leerlingen. Zo was er ieder jaar een open huis bij echtpaar De Winter, waar alle studenten technische natuurkunde welkom waren. Ook stond mevrouw de Winter er om bekend dat ze af en toe een borrel bekostigde. Daarnaast gaf zij Arago één van de mooiste geschenken in de vorm van de nieuwe bestuursketens.
Initiatief mevrouw De Winter
Na het overlijden van haar man in 2005, besloot mevrouw De Winter dat zij iets extra's voor de Universiteit Twente wilde doen. Zo creëerde een Fonds op Naam van haar man en was zij tot haar dood in 2013 donateur van het Universiteitsfonds Twente. Vanuit het Professor De Winter Fonds kon het universiteitsfonds jaarlijks de Professor De Winter-prijs en de Professor De Winter-beurs uitreiken. Alumnus Henk Hoving was samen met zijn partner Thijs van Reijn erfgenaam van mevrouw De Winter en zij hebben samen besloten de jaarlijkse donatie aan het Universiteitsfonds vanuit de nalatenschap voort te zetten en aldus het Fonds op Naam in stand te houden.
Voor meer informatie over het aanvragen of de criterea van deze beurs kijk dan op onze pagina over het de Winterfonds.
Eerbetoon Henk Hoving en Thijs van Reijn
Henk Hoving leerde in 1969 als student elektrotechniek de professor en diens vrouw kennen. Daarmee begon een jarenlange vriendschap. ‘Mevrouw De Winter studeerde tijdens de oorlog in het toenmalige Leningrad, toen ze werd opgepakt door de Duitsers’, zegt Henk Hoving. ‘Ze kon haar studie dus niet afmaken. Daarom wilde ze altijd zo graag jonge mensen de kansen geven die ze zelf nooit heeft gehad. Dat heeft zo’n diepe indruk op ons gemaakt dat we vanuit de nalatenschap de jaarlijkse bijdrage continueren’.