Op 15 september heeft de Universiteit Twente het geheel gerenoveerde Hoge Druk Lab geopend op de campus.
Het lab is na de ‘upgrade’ een unieke faciliteit die geschikt is voor onderzoek onder extreme drukken, ook op industriële schaal, bijvoorbeeld voor de omzetting van biomassa in duurzame grondstoffen.
Het nieuwe Hoge Druk Lab heeft alle voorzieningen om veilig te kunnen experimenteren met proefopstellingen die grote druk vereisen, vaak bij hoge temperaturen. Het gasleidingsysteem van 3,5 kilometer kan een druk aan van maar liefst 600 bar. Dat is niet alleen voor experimenten op kleine schaal: het lab heeft genoeg ruimte voor grote opstellingen, met een proceshal van zeven meter hoog en experimenteerbunkers met dikke wanden.
“Dankzij een lab van deze omvang zijn we niet beperkt tot simulaties en kleinschalige modelstudies. We kunnen R&D-opstellingen bouwen op industriële schaal”, aldus prof. Sascha Kersten, hoogleraar Sustainable Process Technology en verantwoordelijk voor het Hoge Druk Lab. “Voor onze onderzoekers en studenten is dat van grote waarde. En de industrie toont veel belangstelling om bij ons te komen experimenteren.” Zijn eigen groep werkt aan onder meer de omzetting van biomassa, zoals houtafval en plantenresten, naar waardevolle grondstoffen, zoals olie van hoge kwaliteit of ook waterstof.
Deze processen vinden plaats onder hoge druk. Ook onderzoek naar bijvoorbeeld membranen en supergeleiders krijgt een plek in het nieuwe lab. De opening op 15 September is verricht door emeritus-hoogleraar prof. Wim van Swaaij, pionier in de pyrolysetechniek die biomassa omzet in olie. Uit zijn onderzoek is de succesvolle onderneming Biomass Technology Group (BTG) voortgekomen, waarmee ook Kersten’s groep nauw samenwerkt. Ter gelegenheid van de opening is het boek ‘50 jaar werken onder hoge druk’ verschenen van de hand van Gert Banis, bouwcoördinator van het nieuwe lab.
