Droogte en waterschaarste vormen steeds vaker een probleem in Twente. Nu al is het groeiend tekort aan water een uitdaging voor burgers, bedrijven, boeren én de overheid; een uitdaging die in de toekomst alleen maar urgenter wordt. Structurele actie voor de lange termijn is nodig om Twente bestendig te maken tegen droogte. Aan de Universiteit Twente wordt volop nieuwe kennis ontwikkeld die hieraan bij kan dragen. Maar het lukt nog niet om een gerichte transitie in gang te zetten. Met steun van het KlimaatInitiatief Nederland (KIN) start het Climate Centre van de Universiteit Twente een kennis-in-actie project om partners uit de wetenschap en de praktijk bij elkaar te brengen. Zo kunnen ze elkaar verder versterken. “Dit project moet de basis leggen voor een langdurige samenwerking.”
Brede aanpak
Het Climate Centre wil in dit project samenwerken met de Provincie Overijssel, Waterschap Vechtstromen, De Twentse Golf en de KNMI. Initiatiefnemer Joanne Vinke-de Kruijf, expert op het gebied van klimaatbestendige infrastructuursystemen aan de UT: “Door klimaatverandering heeft Nederland steeds vaker te maken met droogte. In Twente vormt dit een extra urgent probleem doordat water op onze hoge zandgronden nauwelijks kan worden vastgehouden. We zien een toename aan onderzoek en uitvoeringsprojecten om dit te verbeteren, maar we merken dat een gezamenlijke visie ontbreekt.”
Met dit nieuwe project wil Vinke-de Kruijf die gezamenlijke visie op de gewenste transitie ontwikkelen, zodat onderzoek en praktijk elkaar gaan versterken. “Doel is om tot een meer transitiegerichte samenwerking tussen onderzoekers en de regionale partners te komen. Dat vraagt ook om nieuwe vaardigheden van jonge onderzoekers. Zij moeten de transitiecontext waarin ze werken begrijpen, hun aandeel en rol in de transitie bepalen en hun rol vervolgens op een goede manier invullen. Op deze manier kan wetenschappelijke kennis gerichter bijdragen aan een effectieve lange-termijn aanpak van droogte in Twente.”

Joanne Vinke-de Kruijff
Groeiend tekort
Toenemende droogte is niet alleen schadelijk voor landbouw en natuur, het draagt ook bij aan een groeiend tekort aan drinkwater: een probleem waar waterbedrijf Vitens zich ernstig zorgen over maakt. Stefan Kuks, watergraaf van Waterschap Vechtstromen, gaf in juni tijdens een symposium over droogte en waterschaarste op de UT aan dat inmiddels aan 25 bedrijven in Twente toegang tot drinkwater is geweigerd vanwege een tekort aan productiecapaciteit. Vinke-de Kruijf: “Droogte en watertekort hebben nu al impact op de economie en leefomgeving in Twente, het is niet iets van de verre toekomst. Het beperken van deze negatieve effecten is een langdurig proces waar we nog lang aan moeten blijven werken. Met dit project willen we hier een bijdrage aan leveren zodat we als regio beter om kunnen gaan met deze nieuwe werkelijkheid.”
Samen leren en reflecteren
In de komende maanden zal Vinke-de Kruijf met een ‘transitieblik’ naar bestaande initiatieven kijken en hierop reflecteren. Daarnaast organiseert het Climate Centre samen met partners een aantal gezamelijke evenementen met hetzelfde doel. In juni werd al een symposium over droogte en watertekort georganiseerd, en ook tijdens het Climate Event op 5 november is er aandacht voor dit thema. Het doel is om netwerken op te bouwen en de uitwisseling van kennis en expertise te stimuleren. “Na iedere activiteit verspreiden we een vragenlijst waarin we deelnemers vragen te reflecteren op de activiteit en de gewenste transitie. Deze reflecties moeten samen met onze eigen reflecties en analyse resulteren in een gezamenlijk position paper over de transitie in Twente, en hoe die versneld kan worden.”
Daarnaast zet het project in op het trainen van jonge onderzoekers die werken aan een aspect van klimaatbestendigheid om hun kennis nog beter te vertalen naar de praktijk. Vinke-de Kruijf: “Het is ontzettend interessant om even uit te zoomen van je eigen onderzoek en te kijken: hoe dragen we als individuele onderzoekers eigenlijk bij aan deze grote maatschappelijke uitdaging? Hoe kunnen we het verschil maken? Uiteindelijk is dat immers waar we het voor doen.”
Over grenzen heen
Hoewel het project in eerste instantie een duur van zeven maanden heeft, is het doel om tot een langdurig vervolg te komen. “We denken al na over de volgende stap, bijvoorbeeld het organiseren van een Crutzen-workshop. Maar daar gaan we over in gesprek met onze partners. Hoe dan ook willen we de samenwerking voor de lange termijn vorm geven. En hoewel Twente ons achterland is, kijken we ook over onze grenzen heen: we leggen onze reflecterende aanpak ook vast zodat onze aanpak en geleerde lessen ook toepasbaar zijn in andere regio’s. En andersom leren wij ook van ervaringen van anderen, bijvoorbeeld uit Oost-Brabant.”





