Gebouwen

WIL JE MEER WETEN OVER DUURZAAMHEID OP DE UT?

LEVENDIG, INSPIREREND EN DUURZAAM

De gebouwen van de Universiteit Twente moeten bruisende en inspirerende ontmoetingsplaatsen zijn voor studenten, medewerkers, bedrijven en andere bezoekers. Het grootste deel van de energie die onze universiteit gebruikt, wordt echter gebruikt in onze gebouwen. Daarom werken we aan het optimaliseren van de energie-efficiëntie van onze bestaande gebouwen, terwijl we er tegelijkertijd voor zorgen dat nieuwe gebouwen duurzaam zijn. Het doel is om de uitstoot van onze gebouwen met ten minste 49% te verminderen in 2030, en met 95% in 2050. Tegelijkertijd proberen we in onze gebouwen waar mogelijk materialen van duurzame herkomst te gebruiken.

Gebouwen in het kort
  • Via Meerjarenafspraken werkt de UT al sinds 2005 aan het verduurzamen van haar gebouwen
  • De UT heeft een routekaart ontwikkeld om het doel van 95% minder uitstoot van onze gebouwen in 2050 te bereiken, die wordt gebruikt in onze lange termijn huisvestingsstrategie
  • Onze gebouwen worden verwarmd via een duurzaam warmtenet, en gekoeld met onze eigen innovatieve koelcirkel

PLANNING

Planning gebouwen

Klik om in te zoomen

MEER OVER GEBOUWEN

Rob Nengerman: bouwen aan een duurzame campus

Rob Nengerman is bouwprojectmanager op de Universiteit Twente. “Dat betekent dat ik grote bouwprojecten zoals de Technohal en nu Langezijds van begin tot einde begeleid” legt hij uit. “Duurzaamheid neemt een grote plaats in in dat proces.”

Lees het interview

Langetermijn huisvestingsstrategie

De Universiteit Twente heeft een langetermijnstrategie voor huisvesting ontwikkeld om de gebouwen op onze campus toekomstbestendig te maken. Het energiezuinig en duurzaam maken van onze gebouwen is een belangrijk onderdeel van die strategie.

Lees meer op de LTSH website

Campus verwarmd met stadsverwarming

De gebouwen op onze campus zijn aangesloten op het warmtenet (stadsverwarming) van Twence, een regionale afvalverwerker, en energiebedrijf Ennatuurlijk. De overtollige warmte van de verwerker wordt gebruikt om de UT en grote delen van de stad Enschede te verwarmen.

Lees verder

ROUTEKAART TOT 2050

Als uitwerking van het klimaatakkoord, worden er voor verschillende sectoren energie routekaarten ontwikkeld. Voor maatschappelijk vastgoed, zoals gebouwen van onderwijsinstellingen, worden op-maat-gemaakte routekaarten vormgegeven. De UT heeft hiervoor een specifieke energie-routekaart voor haar 60 gebouwen opgesteld. Deze energie routekaart geeft de staat van alle gebouwen weer: het laat zien welke maatregelen er nog genomen kunnen worden om het energiegebruik te verbeteren, wat dit oplevert aan energiebesparing en wat de bijbehorende kosten zijn. Op deze manier ontstaat er een routekaart die aangeeft welke stappen de UT kan nemen om de doelen uit het klimaatakkoord te bereiken.

  • Lees meer over de routekaart

    Nederland staat voor een grote uitdaging om het gebruik van primaire energie fors terug te dringen. De overheid heeft daarom Rijksdoelen opgesteld (het klimaatakkoord). Hierbij wordt gestreefd naar 49% minder CO2 uitstoot in 2030 ten opzichte van 1990 en 95% minder in 2050. Voor de gebouwde omgeving betekent dit een vermindering van de uitstoot van broeikasgassen met 3.4 Mton voor 2030 (3.4 miljard kilogram CO2 waarbij andere broeikasgassen worden teruggerekend naar hun CO2 equivalent). Daarnaast is het doel om alle elektriciteit in 2050 CO2 neutraal op te wekken.

    WAT IS de ROUTEKAART ?

    Alle Nederlandse universiteiten hebben toegezegd het energieverbruik voor hun eigen vastgoedportefeuille in kaart te brengen. Hiervoor stellen ze een energie routekaart op. Per gebouw worden er gegevens verzameld zoals gebouwfunctie, bouwjaar, uitgevoerde renovaties, bedrijfsuren en het wel of niet aanwezig zijn van PV-panelen. Daarnaast wordt specifieke informatie ingevuld over de isolerende waarde van de bouwschil (vloer, gevel, glas en dak) en het energieverbruik voor koeling, verwarming, ventilatie, verlichting en apparatuur.

    Royal Haskoning DHV heeft een model ontwikkeld dat vervolgens berekend welke verschillende energiebesparende maatregelen nodig zijn om het gewenste resultaat te bereiken. Voorbeelden van deze maatregelen zijn: dak, gevel en vloerisolatie; het vervangen van bestaande ramen door HR++ of HR+++ glas; het toepassen van PV-panelen; warmtenet aansluitingen realiseren; warmteterugwinning; installeren van aanwezigheidsdetectie; energiezuinige apparaten en installaties selecteren; LED toepassen; en gebouwen inclusief de apparaten qua energie vraag gestuurd maken.

    VERVOLGSTAPPEN

    Zodra de UT alle gegevens voor haar 60 gebouwen heeft verzameld, wordt een plan met verschillende scenario’s gemaakt. Deze scenario’s geven precies weer hoeveel energie alle maatregelen besparen en wat de investeringskosten zijn. De energie routekaart zal gekoppeld worden aan de Lange Termijn Huisvestingsstrategie (LTSH) en de Meerjaren Onderhoudsplanning (MJOP) die onder de afdeling Vastgoed & Onderhoud (van de dienst Campus & Facility Management) vallen. Op deze manier wordt de verduurzaming van het gebouwenbestand van de UT tot stand gebracht. Zodra de energie routekaart klaar is en maatregelen bekend zijn, zal deze informatie geüpdatet worden.

    Meer informatie over duurzaamheid in bouwprojecten is te vinden op de Campusontwikkeling-website.

WARMTENET EN KOUDECIRKEL

De meeste gebouwen op de Universiteit Twente zijn aangesloten op het regionale warmtenet van Twence. Via het warmtenet worden deze gebouwen duurzaam verwarmd met restwarmte uit afvalverwerking.

De koudecirkel is een groot vat van 10 meter diep en 36 meter breed waarin ruim 10 miljoen liter koud water opgeslagen wordt. Dit water wordt overdag gebruikt om de aangesloten gebouwen en onderzoeksapparatuur te koelen. De koelmachines koelen het water voornamelijk ’s nachts omdat het te overbruggen temperatuurverschil dan kleiner is, dit bespaart veel energie.

  • Lees meer over de koudecirkel

    Daarnaast bespaart dit kosten doordat het nachttarief lager is dan het dagtarief. De koele nacht samen met luchtgekoelde koelmachines zorgen ervoor dat het water afkoelt tot ongeveer 8 à 10 graden Celsius. Het koude water is zwaarder en wordt onderin aan het vat toegevoegd. Water dat door het gebouw heen is gepompt komt terug met ongeveer 18 graden Celsius en wordt bovenin het vat toegevoegd. Door het grote temperatuurverschil ontstaat er een 'thermocline'. Deze warme en koude lagen blijven daardoor van elkaar gescheiden. Het warme water isoleert dus als het ware de koude laag water. De koudecirkel heeft een koelcapaciteit van 11 MegaWatt, wat gelijk staat aan de capaciteit van ruim 70.000 koelkasten. De koudecirkel fungeert ook als een opslagbuffer in het geval van een grote brand. Momenteel zijn de gebouwen de Horst, Carré, het Nanolab, de Waaier, de Ravelijn, Hal B, de Zilverling, het Hogedruklab, het Seinhuis en het Teehuis aangesloten op de koudecirkel. 

    Deze 10 miljoen liter water moet gezuiverd moet worden om corrosie en aanslag op de koelsystemen te voorkomen. Deze zuivering gebeurt door middel van een helofytenfilter. Een helofytenfilter is een filter dat met behulp van helofyten afvalwater zuivert tot een kwaliteit die onschadelijk is voor het milieu. Helofyten zijn planten die boven water groeien maar met hun wortels in zeer natte grond groeien en kunnen zelf zuurstof naar hun wortels transporteren. 

    Achter de Horst liggen twee velden met grind, zand en worteldoek waarop rietplanten zijn geplant. Het vuile water stroomt aan één kant het veld in en zakt door het grind. In de bodem worden de afvalstoffen omgezet in voedingstoffen voor de planten in het filter. Het water dat het filter verlaat is schoon genoeg om weer terug de koudecirkel in te gaan.