UTFaculteitenBMSNieuwsPromotieonderzoek: “meten in de medische praktijk”

Promotieonderzoek: “meten in de medische praktijk”

Promovenda Sophie van Baalen van de Universiteit Twente onderzocht in haar proefschrift de rol van kennis in de medische besluitvorming. In het promotieonderzoek stonden drie thema’s centraal: expertise, medische beeldvormingstechnologieën en interdisciplinariteit.

Van Baalen: “Als je iets wil begrijpen van hoe kennis wordt gebruikt in de praktijk, dan ontkom je er niet aan om je te richten op de kunde van de personen die die kennis gebruiken – en maken – in die praktijk. Artsen baseren hun beslissingen op veel verschillende bronnen van informatie: het verhaal van de patiënt, lichamelijk onderzoek en informatie dat wordt verkregen met behulp van technologie – bijvoorbeeld beeldvormende technieken zoals echo’s en MRI.”

Het doel van klinische besluitvorming is de diagnose en behandeling van individuele patiënten. Dit vereist (medische) expertise. Om deze expertise te begrijpen, beoordelen en ontwikkelen moet je volgens van Baalen inzicht hebben in de specifieke (kennisvormings)activiteiten die hier een rol in spelen, en de cognitieve vaardigheden die nodig zijn om die uit te voeren. Dit zijn onder andere het verzamelen, kritisch beoordelen, interpreteren en samenvoegen van informatie tot een 'beeld' van de patiënt. Dit ‘beeld’ wordt zo gemaakt dat artsen er verder mee kunnen redeneren over de patiënt. Bijvoorbeeld door mogelijke diagnoses te formuleren of te voorspellen welke behandeling kan werken. Artsen zijn ervoor verantwoordelijk dat dit op een wetenschappelijk verantwoorde manier gebeurt. Deze verantwoordelijkheid van een arts omvat een professionele houding en cognitieve vaardigheden, en noem van Baalen “epistemologische verantwoordelijkheid”.

Expertise wordt meestal binnen een bepaalde discipline verworven en van Baalen beargumenteert dat deskundigen daardoor een disciplinair perspectief hebben dat bepaalt welke aspecten van een studieobject ze zullen 'zien'. In een interdisciplinaire samenwerking concentreren verschillende experts zich daarom op verschillende aspecten van het studieobject, en leveren verschillende bijdragen aan een gemeenschappelijk doel. Bij interdisciplinair onderzoek is de uitdaging om een oplossing te vinden waaraan meerdere disciplinaire perspectieven moeten bijdragen. Deze oplossing intern coherent zijn en tegelijkertijd consistent met de relevante aspecten van de bijdragende disciplines. Hiervoor hebben experts die betrokken zijn bij interdisciplinaire onderzoeksprojecten interdisciplinaire expertise nodig. Dit houdt in dat ze de cognitieve vaardigheden hebben om met verschillende disciplinaire perspectieven om te gaan.

Een belangrijk voorbeeld van zo’n interdisciplinair onderzoeksproject is de ontwikkeling van een nieuwe medische beeldvormingstechnologie. Medische beeldvorming spreekt niet voor zichzelf, maar moet worden geïnterpreteerd. Voor deze interpretatie is begrip van de medische praktijk nodig, om vast te kunnen stellen welke relevante klinische claims de beelden kunnen onderbouwen. Dat zijn claims die van invloed zijn op de diagnose en behandeling van individuele patiënten. Maar er is ook begrip van de beeldvormingstechnologie zelf nodig, om de betrouwbaarheid van dit bewijs vast te stellen. Dit houdt in dat de beelden op een technologisch verantwoorde manier wordt gemaakt. Daarom moeten ontwikkelaars (ingenieurs) en gebruikers (clinici) al in een vroeg stadium van de ontwikkeling een gedeeld zoekproces aangaan om samen de relevantie en betrouwbaarheid van het bewijs dat een beeldvormingsinstrument kan bieden vast te stellen. Dit betekent dat artsen al vroeg bij de ontwikkeling van een nieuwe beeldvormingstechnologie moeten worden betrokken.

In de medische praktijk zijn interdisciplinaire samenwerkingen ook belangrijk. Weten in de huidige medische praktijk is verspreid over professionals met verschillende expertises die samen klinische kennis construeren. Dit collaboratieve karakter van klinische besluitvorming heeft complexe, sociale constructies van vertrouwen tot gevolg. Dit vertrouwen is impliciet, in die zin dat leden van een team zich concentreren op andere taken en vooral het opbouwen van een gemeenschappelijke kader om bewijs te identificeren en te beoordelen. Alleen binnen dit intersubjectieve kader is vertrouwen of wantrouwen zinvol.

Promotie Sophie van Baalen

De promotie van Sophie van Baalen heeft plaats op 31 januari om 14.30 uur aan de Universiteit Twente, in Gebouw de Waaier. Promotor van Sophie van Baalen is prof.dr.ir. M. Boon (faculteit BMS).