Rob Buurman (PSTS'10)

Professioneel opstandig; zo noemt alumnus Rob Buurman zichzelf. Nu bij zijn huidige functie, maar ook jaren geleden al toen hij begon aan zijn master Philosophy of Science, Technology and Society (PSTS). En óf ze dat op de UT gemerkt hebben!

In 2006 komt Rob naar de UT voor de tweejarige master PSTS. Voor een ingenieur misschien niet de meest voor de hand liggende stap, maar eigenlijk interesseerde de maatschappelijke kant van technologie Rob altijd al meer dan de techniek zelf. En ook niet geheel onbelangrijk: “Een vriend van mij raadde me deze opleiding aan, omdat hij altijd vond dat ik een hele grote mond had.” Gelukkig wordt dat bij de kleine, maar gezellige studie PSTS wel gewaardeerd. “In de master wetenschapsfilosofie zat veel meer discussie, kritisch denken. Alles wat je normaal gesproken simpelweg aanneemt wordt getoetst, afgebroken en gereconstrueerd. En dat was uiteindelijk voor mij een veel leerzamer proces, dus daar was ik heel gelukkig mee.” Dat blijkt, want ook buiten de college-uren om word er flink gediscussieerd. Regelmatig zijn Rob en zijn studievrienden te vinden bij café het Bolwerk om elkaar onder het genot van een biertje of wijntje af te troeven.

Naast zijn studie is Rob actief bij studievereniging Ideefiks, waaronder een tijd als voorzitter. Vanuit deze positie weet hij de boel goed op te schudden, tot grote schrik van het Universiteitsbestuur. “Er ontstond een discussie over technologie voor kernwapens in Iran. Toen besloten Nederlandse universiteiten om vanaf het volgende academische jaar Iraanse studenten te weren. Maar ik vond dat zo’n onzin, dus ben ik wat rond gaan bellen in de politiek om dit aan te kaarten. En binnen no time had ik een paar politici paraat gevonden om mee te doen aan een debat hierover, op de universiteit. Toen dacht ik, laat ik ook de ambassadeur van Iran opbellen! Zo gezegd zo gedaan en na een ochtend bellen heb ik contact opgenomen met de directie van de universiteit om het debat aan te kondigen. Maar een paar dagen later werd het beleid al ingetrokken, dus het debat werd overbodig. Misschien heeft het geholpen, ik weet het niet, maar het was leuk om te zien hoe de directie hier mee worstelde.”

De plicht om maatschappelijk betrokken te zijn zat er bij Rob dus al sinds zijn studententijd in. Toch gaat hij na zijn afstuderen eerst aan de slag bij het bedrijf van zijn vader, in de milieutechnologie. Na een tijdje vertrekt hij echter naar België, waar hij terecht komt bij een consumentenorganisatie in Brussel. Vijf jaar lang werkt hij hier o.a. aan beleid rondom chemische stoffen en nanotechnologie, tot de organisatie vanwege wanbeleid steeds slechter functioneert. “Op dat moment werd ik gescout door Recycling Netwerk Benelux dat in Nederland de circulaire economie vooruit wilde helpen. Zo’n 5,5 jaar geleden ben ik teruggegaan naar Nederland om samen met de directeur plannen te maken, waaronder het regelen van statiegeld op drankverpakkingen. En nu, 5 jaar later, is het statiegeld op kleine plastic flesjes inmiddels een feit en de blikjes zitten er ook aan te komen.” Rob zit, als professioneel opstandige, wat dat betreft op de goede plek. Of het nu gaat om duurzaamheid, politieke macht controleren, of andere maatschappelijke issues: “De kern van wat ik leuk en belangrijk vindt is transities bewerkstelligen. In een maatschappelijk speelveld met allerlei machten en stakeholders werken om te zorgen dat er iets goeds wordt gedaan.”

De meeste alumni van PSTS belandden in de wetenschap. Af en toe komt Rob dus nog even langs op de UT om tijdens carrière evenementen van Ideefiks te vertellen over zijn bijzondere loopbaan: “Dat doe ik met plezier en ik hoop altijd nog even een borrel mee te pakken met wat studenten.” Dat borrelen doet hij overigens ook nog af en toe met oude huisgenoten en studievrienden. Wat deze UT’ers nou met elkaar verbindt? “Voornamelijk bier en wijn, haha! Maar als ik naar de oud-studenten kijk met wie ik omga, zijn dat bijna uitsluitend ondernemende mensen. Die nieuwe initiatieven opzetten, hun eigen pad willen bewandelen.. We maken allemaal onze eigen plannen.”