Esther Schopman (TO'93)

“Je mag alles worden, maar word geen leraar.” Zo klonk het advies van de vader van Esther, zelf docent Duits op een middelbare school. Dat ze uiteindelijk, na haar studie Toegepaste Onderwijskunde (TO), zou gaan werken als docent op het conservatorium stond dus aanvankelijk niet op de planning. Toch bleek dit een goede keuze: het bracht haar passie voor onderwijs én muziek perfect samen.

Esther begint in 1988 aan Toegepaste Onderwijskunde op de UT, wat ze erg interessant vindt: “Je leerde allerlei dingen die toen in het onderwijs nog allemaal nieuw waren: via de OKT methode innovatief en interactief onderwijsmateriaal ontwikkelen, onderwijs op de eerste Apple computers programmeren… Dat was wel heel leuk om te doen”. Maar ook naast haar studie zit ze niet stil, waardoor ze op een gegeven moment verhuist van haar studentenhuis in Hengelo naar Enschede. Zo is ze wat dichter bij de plek waar het allemaal gebeurt: de campus, en natuurlijk haar vrienden, onder andere aan de Witbreuksweg 377-laag oftewel “Drie Zoeven Zoeven”. Ze werkt als student-assistent bij de TO-bieb en bij de vakgroep Onderwijskundige Meetmetoden en Data-analyse, ze voetbalt in het damesteam, in de hoofdklasse zelfs, maar nog veel belangrijker: ze komt in aanraking met het carillon, dat ze uiteindelijk haar hele leven zal blijven bespelen. “Je hoort van heel veel beiaardiers dat het direct een aantrekkingskracht, iets magisch voor ze heeft. Dat was voor mij niet anders. In de introductieweek hoorde ik de klokken en ik ben gaan kijken waar dat vandaan kwam. Ik ben de toren ingeklommen en toen ik het luik open deed, zat Hylke Banning daar te spelen.” Nog in diezelfde week gaat ze naar de infomarkt en schrijft ze zich in voor de CampusBeiaard Kring, niet wetende dat zij en Hylke jaren later collega’s zullen worden als stadsbeiaardiers van Enschede en Oldenzaal.

Al tijdens haar studie is het voor Esther duidelijk: ze wil graag onderzoek doen. Gelukkig kan ze direct na haar afstuderen in 1993 terecht in Utrecht, bij de faculteit Orthopedagogiek. Daar ontwikkelt ze – tijdens en als resultaat van haar promotie onderzoek - een lespakket voor kleuters in het speciaal onderwijs die moeite hebben met voorbereidend rekenen: Als speciale kleuter tel je ook mee! Maar Esther blijft niet lang weg van de UT; na haar promoveren keert ze terug, dit keer als universitair docent. Later gaat ze bij Saxion aan de slag, als onderwijskundig ontwerper en adviseur. Toch begint er na een tijdje iets te kriebelen: ze neemt een sabbatical en gaat de muziektheoretische vakken volgen op het conservatorium. Hier ontstaat het idee om docent muziek te worden; muziek is immers altijd haar passie gebleven. Het loopt echter wel iets anders. In plaats van als student te beginnen aan het conservatorium, kan ze bij dezelfde opleiding ook direct aan de slag als docent PPO (onderwijskunde, pedagogiek en ontwikkelingspsychologie), waar ze niets anders dan “ja” op kan zeggen. Inmiddels is ze voornamelijk bezig met alles wat te maken heeft met onderzoek: “Ik werk bij de overkoepelende Master of Music van ArtEZ, en daar ben ik senior lecturer/coach & coordinator Research-in-Music. Ik bemoei me met het curriculum als het gaat om onderzoek en coach studenten bij het doen van onderzoek.” Een mooie combinatie dus, die voor Esther haar passies voor muziek, onderzoek én onderwijs samenbrengt. “Al zou ik het liefst zelf onderzoek doen, dit komt heel dichtbij wat ik ooit wilde. En dan ook nog inhoudelijk op het gebied waar ik me het meest thuis voel. Dus uiteindelijk vielen in mijn loopbaan alle puzzelstukjes mooi in elkaar.”

Als stadsbeiaardier van Enschede is Esther nog regelmatig op de UT te vinden om het Carillon te bespelen en hierin les te geven. Esther is namelijk sinds september 2020 beiaarddocent en geeft les aan medewerkers, studenten en alumni op de CampusBeiaard, het instrument waar ze zelf het vak heeft geleerd. Zo komen er nog regelmatig leuke herinneringen naar boven. De mooiste momenten uit haar studententijd? “Die hebben toch wel met het carillon te maken”, aldus Esther. Het jaarlijkse carillonfestijn bijvoorbeeld (zie foto), en de concerten samen met big bands en de regionale muziekschool, waar studenten hun muziekkunsten konden laten horen. Vooral één editie staat haar in het bijzonder bij: “Op het 25e Carillonfestijn hebben wij de Dr. André Lehr-prijs gekregen. Een prijs, in 1989 ingesteld door de Stichting François en Pieter Hemony, die werd toegekend aan mensen of verenigingen die veel voor de beiaardwereld betekenen. Dat was heel bijzonder.” Ook is de vriendschap met mede-stadsbeiaardier en alumnus Hylke haar dierbaar. Ze zien elkaar regelmatig voor verscheidene projecten en zijn vorige zomer nog naar België geweest om quatre-mains concerten te geven. “Dat was op uitnodiging van o.a. Twan Bearda, ook een beroepsbeiaardier die aan de UT heeft gestudeerd en op de CampusBeiaard de eerste kneepjes van het vak heeft geleerd.” Eén ding is zeker: het carillon bindt: “Hylke is een hele goede vriend van mij geworden. We kennen elkaar nu bijna 34 jaar. Ons 30-jarig jubileum hebben we gevierd met een concert: Vrienden voor het Leven – de Tussenstand. Met het programma, de toelichting daarop en een filmpje hebben we de hoogtepunten uit onze vriendschap in tekst en beeld gevat.” Dat kunst en cultuur op de UT een belangrijke rol heeft gespeeld in de studententijd van Esther, blijkt. “De UT heeft zoveel voorzieningen buiten het studeren zelf om en dat is heel bijzonder. Al die mogelijkheden voor sport en cultuur die er zijn... Dat is als ik eraan terugdenk net zo belangrijk voor mij geweest als de studie zelf.”