HomeNieuws“Technische vooruitgang had weinig invloed op ruimtelijk geluk”

“Technische vooruitgang had weinig invloed op ruimtelijk geluk” Promotieonderzoek UT naar Nederlandse reizigers 1815 - 1914

Het oer-Hollandse verlangen naar gezelligheid is minder Nederlands dan je zou verwachten, en het begrip bestaat bovendien nog niet zo lang. Negentiende-eeuwers gingen niet 'socialer' of minder privé met hun ruimte om dan wij. En mensen in de negentiende eeuw waren – in tegenstelling tot wat vaak wordt verondersteld – minder stoere reizigers dan wij dat zijn. Dat en veel meer, komt naar voren in het promotieonderzoek van Anna Geurts die het reisgedrag van Nederlanders in de periode van 1815 tot en met 1914 onderzocht. Op 12 december promoveert Geurts aan de Universiteit Twente op haar onderzoek. Het is overigens niet haar eerste promotie. In 2013 promoveerde Geurts al in Oxford op een verwant onderzoek.

Geurts onderzocht hoe individuen in de ‘lange negentiende eeuw’ op reis gingen en hoe ze de wereld ervoeren. Ze richtte zich hierbij op de ruimtelijke wensen die reizigers destijds hadden. Wat waren de wensen en eisen die reizigers aan bijvoorbeeld kerken, landschappen, hotels, badhuizen en restaurants stelden? Hierbij keek ze naar de thema’s huiselijkheid, gezelligheid, reinheid en regelmaat, geluid, privacy en tactiele ervaring, zoals temperatuurbeleving.

Rijk en arm

Uit het onderzoek van Geurts komt onder meer naar voren dat de verschillen tussen rijk en arm minder groot waren dan verwacht, net als het verschil tussen mannen en vrouwen. Vooraf was de verwachting dat vrouwen en rijkere mensen gevoeliger zouden zijn voor een gebrek aan comfort en voor lawaai en viezigheid dan mannen en armere mensen. Deze verwachting is onjuist, concludeert Geurts. “Rijk en arm, man en vrouw hadden vaak dezelfde voorkeuren en ze probeerden hun ruimtelijke verlangens elk met de voor hen beschikbare middelen te vervullen.” Armere reizigers werden in hun tijd (en ook nu nog) als ‘gedesensitiseerd’ beschouwd. Ten onrechte, stelt Geurts: “Dat is slechts een excuus om sociale ongelijkheid te tolereren.” Ze waren bijvoorbeeld net zo gevoelig voor kou, maar moesten nog wel eens een koude nacht buiten doorbrengen als ze er niet ‘netjes genoeg’ uitzagen voor het lokale hotel.

Ook het beeld dat mensen uit onze tijd slechter tegen een gebrek aan comfort kunnen, blijkt ongegrond. Het tegenovergestelde is waar, ontdekte Geurts. “Mensen uit onze tijd kunnen hier juist beter tegen dan mensen uit de negentiende eeuw, ondanks hun ‘primitievere’ technologie.” Uit de lange termijn-analyse van de onderzoeker bleek juist dat technologische vooruitgang weinig invloed had op het ruimtelijk geluk van reizigers. Niet technologie, maar de flexibeler wordende houding van reizigers, gecombineerd met economische groei en afnemende ongelijkheid, bleek mensen te helpen hun ruimtelijke wensen te vervullen. 

Gezelligheid

Het begrip ‘gezelligheid’ staat bekend als een typisch Nederlands fenomeen dat niet alleen terugslaat op gezelschap, maar ook op ruimtelijke aspecten, zoals bijvoorbeeld een knappende haard of de menselijke maat van een kamer. Uit het onderzoek van Geurts kwam naar voren dat ook buitenlandse reizigers hier naar op zoek waren. Ook is het begrip in de huidige betekenis minder oud dan verwacht. Pas in de tweede helft van de negentiende eeuw kreeg het begrip zijn huidige betekenis. Daarvoor sloeg het enkel op sociale gezelligheid. 

Egodocumenten

In haar onderzoek bestudeerde Geurts zogenaamde egodocumenten – zoals reisverslagen, dagboeken en brieven, inclusief boodschappenlijstjes – van Nederlandse reizigers uit de periodes 1815-1834, 1855-1874 en 1895-1914. Deze documenten vond Geurts in verschillende bibliotheken en archieven.

Geurts voerde haar onderzoek uit bij de faculteit Construerende Technische Wetenschappen van de Universiteit Twente. Bij haar onderzoek werd ze begeleid door promotor prof. dr. J.W. Drukker. De Universiteit van Oxford heeft haar onderzoek financieel mede mogelijk gemaakt. Geurts promoveerde in 2013 al in Oxford op een verwant onderzoek, maar waarbij de focus lag op mobiliteit en toegankelijkheid. Momenteel is Geurts werkzaam aan de Universiteit van Sheffield. 

Afbeelding: Honoré Daumier, Le Charivari (29 June 1858) - Wie in bad wilde maar weinig geld had, was aangewezen op deze onplezierig krappe en intieme 'Bains à quatre sous’. 

Noot voor de pers

Voor meer informatie of interviewverzoeken omtrent het proefschrift ‘In Pursuit of Pleasant Places: Dutch Travellers in Europe, 1815-1914’ kunt u contact opnemen met UT-persvoorlichter Joost Bruysters (06 1048 8228).