Toegekende PIHC Projecten 2016

Ontdek het Techmed Centre en de health labs

In 2016 zijn PIHC vouchers uitgereikt aan: 

Snelle point-of-care sepsis test

Een snelle en betrouwbare diagnose van sepsis zal de behandeling verbeteren en vele levens redden. De huidige manier van testen is of te traag, zoals met bloed cultuur, of onbetrouwbaar, omdat ze gebaseerd zijn op één biomarker. We zouden ons bestaande point-of-care bloed analyse platform willen uitbreiden voor het kwantificeren van meerdere biomarkers zowel in oplossing als op het cel oppervlak. Door meerdere bekende sepsis biomarkers in één test te gebruiken, die met minimale monster bewerking binnen 30 minuten antwoord geeft, verwachten we significant hogere sensiviteit en specifiteit te verkrijgen in een vorm geschikt voor testen aan het bed.

Dr. Markus Beck (UT), dr. Jennita Slomp (MST- Medlon), dr. Bert Beishuizen (MST), dr. Alex Cornet (MST), dr. Dorothee Wasserberg (UT), Joost van Dalum (UT)

Biomarkers bij mesenteriaal ischemie

Mesenteriaal ischemie kent een hoge mortaliteit en morbiditeit, omdat het vaak (te) laat ontdekt wordt. Het belangrijkste euvel is vroege detectie. Biomarkers zijn sinds een aantal jaar opgekomen voor diagnostisering. Door de ontwikkeling van een Lab-on-a-Chip beogen wij patiënten en artsen een minimaal invasieve, eenvoudige en relatief goedkope bloedtest te bieden. Hiermee wordt vroege detectie en snellere behandeling mogelijk, wat zal leiden tot lagere mortaliteit, morbiditeit en kosten. Met deze voucher willen wij onderzoeken welke technieken we kunnen gebruiken om de chip te bouwen.

Drs. Juliette Blauw (MST, LUMC), dr ir. Loes Segerink (UT), prof. dr. Bob Geelkerken (MST, UT), prof. dr. Jeroen Kolkman (MST, RUG), dr. Marjolein Brusse-Keizer (MST)

Snelle microsensor om bacteriële infecties bij COPD exacerbaties te diagnosticeren

COPD (chronische bronchitis met rek uit de long) is een gigantisch probleem wereldwijd. Patiënten met COPD hebben 1-3 keer per jaar een opvlamming (exacerbatie). De helft hiervan wordt veroorzaakt door een infectie, deels door bacteriën. In de acute fase snel onderscheid maken van een wel of geen bacteriële oorzaak  van deze exacerbatie kan overbehandeling, bijwerkingen en resistentie  voorkomen en kosten verlagen. Een bacteriële oorzaak kan met behulp van meting van acoustische, colorimetrische microdevices en kleureigenschappen van sputum snel gediagnostiseerd worden.

Dr. David Fernandez Rivas (UT), dr. ir. Frans de Jongh (MST), dr. Paul van der Valk (MST), Timon Fabius (MST), Hans Timmer (ZGT), dr. Marjolein Brusse Keizer (MST), prof. dr. Michel Versluis (UT)

Ontwikkeling van een diagnostisch apparaat voor obstructieve slaap apneu (OSA) gebruik makend van een neussensor die gelijktijdig zuurstofsaturatie en ademhaling kan meten.

Snelle diagnose en behandeling van obstructieve slaap apneu (OSA), een slaapgerelateerde ziekte die wordt gekarakteriseerd door ademhaling onderbrekingen, is essentieel. Onbehandeld, is OSA gelinkt aan hypertensie, aritmieën, hartfalen en hartaanvallen.  Polysomonografie (PSG), de gouden standaard in diagnostiek, is kostbaar en niet breed beschikbaar, wat leidt tot lange wachtlijsten  en vertraging voor zorgbehoevende patiënten, Daarom is het doel van deze studie om een draagbare, niet-invasieve, mobiele telefoon georiënteerde technologie te ontwikkelen om niet alleen te screenen op OSA maar met name om dit te diagnosticeren in de thuissituatie, gebruikmakende van een innovatieve neussensor waarmee zuurstof saturatie en ademhaling simultaan kan worden gemeten.

Dr. Ainara Garde (UT), drs. Michiel Eijsvogel (MST), dr. ir. Frans de Jongh  (MST), prof. dr. ir. Hermie Hermens (UT), Maarten Ruinemans (ZGT)

Laagveld MRI als diagnosticum voor het simultaan differentiëren tussen mogelijke oorzaken van problematische knieprothesiologie  (MRIPro)

Er bestaat tot op heden geen diagnostisch instrument om simultaan te kunnen differentiëren tussen verschillende oorzaken voor (aanhoudende) pijn en/of instabiliteitsklachten na plaatsing van een primaire totale knie prothese. Om tot een effectieve behandelstrategie te komen ondergaan patiënten derhalve een verscheidenheid aan (radiologische) onderzoeken en/of (vervolg) consulten. Vanwege haar metaalartefact reducerende eigenschappen biedt laagveld MRI de mogelijkheid om simultaan te differentiëren tussen verschillende oorzaken voor problematische knieprothesiologie waarop gerichte behandel strategieën kunnen volgen. Deze studie is gericht op het opstellen en valideren van scan protocol op de laagveld MRI om zodoende simultane differentiaal diagnostiek rondom problematische knieprothesiologie mogelijk te maken.

Dr. Rianne Huis in ´t Veld (ZGT), dr. Anne Vochteloo (ZGT), dr. ir. Bennie ten Haken (UT), prof. dr. ir. Nico Verdonschot (UT)

Diabetes en Leefstijl Coaching Project Twente (DELICATE)

Onvoldoende bewegen, vaak vanaf jonge leeftijd, leidt tot gezondheidsproblemen zoals diabetes mellitus type 2. Behandelingen gericht op leefstijlaanpassing zijn dringend gewenst maar tot nu toe weinig succesvol. Hier wordt een toepassing ontwikkeld die in diabetes patiënten ambulant gegevens verzamelt die regulier niet beschikbaar zijn maar wel noodzakelijk voor inzicht in de individuele glucoseregulatie (beweging, slaap, voeding, continue glucosemonitoring). De uitdagingen zijn om patiënten te fenotyperen op basis van deze data (huidige project), en uiteindelijk een draagbaar geautomatiseerd gepersonaliseerd coachingssysteem te ontwikkelen gericht op gezond gedrag en betere glucoseregulatie, dat rekening houdt met alle relevante individuele factoren waaronder de insulinegevoeligheid (vervolgproject). 

Dr. Goos Laverman (ZGT), prof. dr. Miriam Vollenbroek-Hutten (ZGT, UT), drs. Christina Gant (ZGT), dr. ir. Bert-Jan van Beijnum (UT), prof. dr. ir. Hermie Hermens (UT),

Diabetische voeten in de spotlight

Suikerziekte is een veel voorkomende volksziekte (momenteel 1 miljoen in ons land). Twee procent hiervan ontwikkelt voetwonden, die bij  15% gevolgd wordt door een beenamputatie. Vroegtijdige opsporing van wonden en behandeling kan een  amputatie voorkomen. Inmiddels is het duidelijk , dat plaatsen met een verhoogde temperatuur in de voet  een aanwijzing zijn voor het ontstaan van een wond. Het doel van dit project is een camera gebaseerd thuis monitoringssysteem te ontwikkelen dat de patiënt en de professional vroegtijdig inzicht geeft in de ontwikkeling van voet complicaties en als zodanig tijdelijk maatregelen genomen kunnen worden een wond te voorkomen.

Dr. Sjef van Baal (ZGT), dr. ir. Ferdi van der Heijden (UT), dr. Jaap van Netten (Queensland University of Technology), prof. dr. Miriam Vollenbroek-Hutten (UT, ZGT)

Zelfmanagement en telemedicine bij patiënten met COPD en chronisch hartfalen

We willen een motiverend zelfmanagementprogramma ontwikkelen voor in de thuissituatie van patiënten met COPD en hartfalen. Met behulp van telemedicine (actieplannen voor zelfbehandeling van exacerbaties, een avatar voor betere communicatie en persoonlijke feedback, sensoren in inhalatoren voor het verbeteren van therapietrouw en een test voor het bepalen van de oorzaak van kortademigheidsklachten) wordt zelfmanagement beter mogelijk en afgestemd op de patiënt. Dit zal leiden tot betere beslissingen en een vroegere start van de juiste zelfbehandeling in de thuissituatie. Dit is met name van belang bij kwetsbare oudere patiënten met COPD en hartfalen, met eventueel ook nog andere ziekten.

Anke Lenferink (MST, UT, Flinders University), dr. Gerard Linssen (ZGT), prof. dr. ir. Hermie Hermens (UT), dr. Paul van der Valk (MST), dr. ir. Monique Tabak (RRD), Martijn Grinovero (Amiko), prof. dr. Miriam Vollenbroek-Hutten (UT, ZGT), prof. dr. Job van der Palen (MST, UT), dr. Tanja Effing (Repatriation General Hospital, Flinders University)

De Menzis voucher is uitgereikt aan: 

“Up and go” na een heupfractuur

Functioneel herstel en terugkeer naar de eigen woonsituatie na een heupoperatie is suboptimaal, heeft grote invloed op de kwaliteit van leven van de oudere en leidt tot hoge zorgkosten. “Up and go” na een heupfractuur richt zich op de ontwikkeling van een technologie ondersteunde dienst die voortgang van de oudere in zijn revalidatie proces tot 6 maanden na operatie monitored, deze informatie toegankelijk maakt voor betrokken zorgprofessionals zodat op het juiste moment door de juiste professional geacteerd kan worden. Daarnaast kan er gepersonaliseerde motiverende feedback en adviezen gegeven worden aan de oudere om zelf de revalidatie te optimaliseren.

Dr. Han Hegeman  (ZGT), Ellis Folbert (ZGT), prof. dr. Miriam Vollenbroek-Hutten (UT, ZGT), prof. dr. ir. Hermie Hermens (UT), Fred Schrander MBA (Trivium Meulenbelt Zorg), dr. Anno Wester (Carint Reggeland), drs. Monique van Hattem (Thuiszorg Noord West Twente)